Flitsinterview John Rabou
Welke historische periode spreekt u het meest aan?
Eigenlijk ben ik wat dat betreft een omnivoor
En dat komt natuurlijk vooral omdat ik dat beroepsmatig wel mòet zijn.
Zo moet ik de ene keer in staat zijn om een serie artist-impressions te maken van een bewoner uit de nieuwe steentijd van zo'n 4500 jaar geleden en de andere keer een viertal platen over de vroegste geschiedenis van Vlaardingen in de 11de eeuw.
Of anders wel een impressie van een romeinse stad ergens langs de Limes in Nederland of een vogelvluchtperspectief van het stadje Hagestein aan het eind van de 14de eeuw.
Maar mijn grootste voorkeur gaat uit naar de Middeleeuwen, en meer precies naar de meestal buitengewoon rijk geïllustreerde handschriften uit die tijd. In november is er een boek van mijn hand verschenen dat volledig op deze kunstvorm is geïnspireerd, n.l. Ferguut, de Ridder met het Witte Schild . Bovenstaande illustratie komt uit dat boek. Je kunt er alles over lezen op http://ferguut.blogspot.nl
Hoe kenschetst u het culturele klimaat in Nederland? En in uw woonplaats Den Bosch?
Zorgelijk. De "verdoordraaiing" van de culturele wereld en/of zijn "vermusicalisering" neemt wat mij betreft steeds grotere vormen aan. En beeldende kunst wordt naar mijn smaak steeds meer verward met design.
In de zomer verandert onze stad onder invloed van de onafgebroken stroom festivals steeds vaker in een massaal openluchtcafé waar men het canavalesk op een zuipen zet. Best gezellig hoor, maar niet helemaal naar mijn smaak.
Met als gunstige uitzondering Jazz in Duketown, vanwege zijn steeds betere programmering. Met dank aan Bartho van Straaten van Paradox in Tilburg.
Maar met een beetje moeite kom ik wel aan mijn gerief; weliswaar vaak buiten de stad maar soms ook hier in b.v. de Verkadefabriek of in de Toonzaal.
Welke elementen zijn belangrijk voor een goede educatieve illustratie?
Naast een aantrekkelijk beeld is zo veel mogelijk historische correctheid of op zijn minst aannemelijkheid wel het belangrijkste wat een goede educatieve illustratie kenschetst.
Dit vereist allereerst een goede kennis van het te illustreren onderwerp, dus studie en documentatie is van het grootste belang. En natuurlijk verbeeldingskracht. Fantasie daarentegen is uit den boze.
De laatste jaren werk ik steeds vaker samen met specialisten, zoals historici en archeologen. Overleg met hen resulteert in (nog) meer inzicht en verdieping in het onderwerp.
Dit alles maakt het werk voor mij als geschiedenis-illustrator erg interessant.
Welke kunstenaar(s) bewondert u?
Dat zijn er velen. Allereerst natuurlijk de veelal anonieme middeleeuwse miniaturisten. En dan de Vlaamse Primitieven, zoals Jan van Eyck en Rogier van der Weijden. En niet te vergeten Holbein en Dürer en veel later Aubrey Beardsley en Ivan Bilibin en Ilja Repin. Om er maar enkelen te noemen.
Bij mijn vakgenoten kijk ik graag naar Amerikanen als Richard Schlecht, Greg Manchess, Donato Giancola, Jack Unruh en John Jude Palencar. De Roemeense illustrator Radu Oltean vind ik ook erg goed.En pas geleden heb ik voor het eerst het werk gezien van de Engelse Christina Balit: schitterend!
Maar in het bijzonder ben ik dol op een stel Russen en Oekraïeners: Pavel Tatarnikov, die een paar jaar geleden het verhaal van Koning Arthur opnieuw heeft geïllustreerd; jaloersmakend mooi! En het echtpaar Andrej Dugin en Olga Dugina en verder Maksim Palenko, Vladislav Erko en Genady Spirin.
Hoe plaatst u zichzelf in de traditie van Nederlandse historische educatieve illustratoren?
Dat vind ik heel moeilijk om van mezelf te zeggen.
Ik neem het vak zeer serieus en probeer me - zoals ik hierboven heb proberen uit te leggen - te blijven ontwikkelen en mijn kennis te verdiepen.
Ik voel me zeker schatplichtig aan een man als J. H. Isings, die in de vorige eeuw o.a. vele schoolplaten over de vaderlandse geschiedenis heeft gemaakt. En verder voel ik verwantschap met collega's als Fiel van der Veen, Fred Marschall (ook al kan ik niet in zijn schaduw staan) en Teun Berserik.
Ik probeer me tussen hen (plus nog een groepje andere collega's, die in dezelfde vijver vissen) zo goed en zo kwaad als het kan te handhaven, ook al is dat in dit tijdsgewricht voorwaar niet eenvoudig.
Voor een andere benadering van het verleden door een tekenaar zie: Interview-Peter-Nuyten