top of page
Featured Review

Film en nostalgie


Nostalgische films kunnen de toeschouwer verleiden. Men wordt overrompeld door de sfeer van het verleden. Toch kunnen dergelijke films ook uitnodigen tot nadenken over de aard van de geschiedenis. Dit gebeurt bijvoorbeeld in The Hudsucker Proxy van de Coen-brothers.

Bij nostalgie is er sprake van een mengeling van een verlangen naar het verleden en verdriet over het feit dat dit opgehemelde verleden nooit meer bereikbaar is. Nostalgie in zijn oorspronkelijke betekenis grenst aan heimwee en melancholie. In de tweede helft van de 20e eeuw veranderde het begrip van karakter. Volgens de wetenschapper Svetlana Boym bestaat er naast het negatief te beschouwen verschijnsel van restauratieve nostalgie een door haar als positief omschreven reflectieve nostalgie, waarin mensen worden aangezet om na te denken over de manieren waarop zij met het verleden omgaan. Het gaat erbij om het betekenis geven aan vroeger tijden. Dit kan gepaard gaan met vreugde en verdriet, maar vaak ook met ironie. Nostalgie is zeker sinds de jaren 90 van de vorige eeuw verwant aan het begrip ‘retro’, een stilistische revival van stijlen uit het recente verleden, waarbij de beleving van ‘verledenheid’ (pastness) vaak niet oprecht is, maar ironisch. Men verwijst naar vroeger met een knipoog.

The Hudsucker Proxy

In The Hudsucker Proxy wordt een ironische benadering vermengd met visueel aantrekkelijke beelden van het verleden. Het is een satire met magische trekjes over het Amerikaanse zakenleven aan het einde van de jaren 50. De wat simpel overkomende Norville Barnes maakt erin op curieuze wijze carrière in het bedrijf Hudsucker industries.

De sfeer van het verleden De interieurs, kleding en het wolkenkrabberlandschap van de film ademen de sfeer van de jaren 50 van de 20e eeuw. The Hudsucker Proxy (1994) zit vol verwijzingen naar screwball-comedies en naar Frank Capra-films, zoals It’s a wonderful life. Er is ruimte voor een optreden van een Dean Martin-achtige performer, een pseudoauthentiek zwartwitfilmpje over de geneugten van de Hula Hoop en een al even pseudoauthentieke wetenschappelijke verhandeling over dit laatste fenomeen. Zowel ironisch als gloedvol wordt het bedaagde Amerika van weleer opgeroepen. De film nodigt zo mensen uit hun eigen herinneren te beschouwen.

Mythisch karakter Mede door het mythische karakter van de film, met onder meer een rol voor een soort vadertje tijd, wordt de kijker gestimuleerd om na te denken over het verloop van de tijd. Deze vader tijd vertraagt de gebeurtenissen op het moment dat Norville, bij de overgang van Oudjaar naar Nieuwjaar, van de wolkenkrabber van Hudsucker industries valt. Door het ingrijpen van deze mythische figuur belandt Norville uiteindelijk zachtjes op de grond. Het verhaal toont onder meer een cyclisch verloop van de geschiedenis. Zo is er in The Hudsucker Proxy aan het begin en aan het einde een val/sprong van de Hudsucker-wolkenkrabber van de directeur van het bedrijf. En ook de aandelenkoersen en het aanzien van Norville fluctueren. Hiernaast wordt er een lineair verloop van de tijd getoond, waarin de absurde opmars in het zakenleven van de idealistische en innovatieve Norville wordt weergegeven.

De Amerikaanse droom Deze laatste opmars is een satire op de Amerikaanse droom, waarin iedereen die maar volhardt het zou kunnen maken in het leven, ook mensen die in eerste instantie wat simpel overkomen, zoals Norville. Door de absurde verwikkelingen in de film neemt de toeschouwer de vervulling van deze droom met een korreltje zout. Het fictionele aspect van het verhaal wordt op de voorgrond geplaatst, er is geen willing suspension of disbelief. Hierin lijkt The Hudsucker Proxy op een andere film uit de jaren negentig: Forrest Gump. In die film weet de totaal simpele hoofdfiguur door toedoen van veel toeval toch in het leven te slagen en speelt hij bovendien een komische rol op diverse sleutelmomenten uit het Amerikaanse verleden. Deze weergave van de jaren 60, 70 en 80 draagt bij aan de nostalgische sfeer van de film. Het is mede dit nostalgische aspect dat mensen destijds in groten getale naar de bioscoop trok. Men wilde het eigen recente verleden graag herbeleven. De film is minder satirisch dan The Hudsucker Proxy, waardoor een groter publiek succes mogelijk was, want echte satire wordt maar zelden populair. Anders dan in de film van de Coen-brothers doet Forrest Gump je meeleven met de als authentiek ervaren hoofdpersoon. De film appelleert aan het gevoel van sympathie en medeleven.

De schoonheid van vroeger Zoals gezegd wordt in The Hudsucker Proxy verwezen naar het ouderwetse filmgenre van de screwball comedy. In nostalgische films is vaker sprake van verwijzingen naar oude filmgenres. Zo is Chinatown (1974) een ode aan de film noir uit de jaren 30 en 40. In de film wordt op nostalgische manier de schoonheid van vroeger getoond, onder meer door belichting en kleurgebruik, maar ook door de aantrekkingskracht van actrice Faye Dunaway en van de rekwisieten, zoals de kleding en de ouderwetse auto’s. De film is een lust voor het oog, maar tegelijkertijd voelt de kijker dat het verhaal slecht zal gaan aflopen.

Anders dan in The Hudsucker Proxy en Forrest Gump wordt in prachtige beelden de duistere kant van de mens getoond. De strijd van het goede tegen het kwaad is gedoemd te mislukken, er is geen vervulling van de Amerikaanse droom. Dit gegeven is mede wat deze film tot een klassieker maakt. Toch roept ook hier de pure schoonheid van het getoonde een (weliswaar wrang) verlangen naar het verleden op. Later kwam er een vervolg op deze film, The two Jakes. Deze film overtuigt qua esthetiek, maar faalt op het gebied van het verhaal, wat duidelijk maakt dat een goede film meer is dan alleen het oproepen van een authentieke sfeer.

De genoemde films tonen verschillende kanten van omgaan met het verleden. The Hudsucker Proxy is ironische nostalgie, Forrest Gump emotionele nostalgie en Chinatown esthetische nostalgie. Elk van deze films nodigt uit tot beschouwing en beleving van het voorbije.

Literatuur

Screening nostalgia (New York 2009) Christine Sprengler. The future of nostalgia (New York 2001) Svetlana Boym Nostalgie. Met een roze bril omgaan met het verleden (Utrecht 2010), Olivier Rieter (red.)

Meer over nostalgie hier

Tag Cloud
bottom of page