Klassiek essay: Harry Potter en de sagen-revival
Barbarus plaatst zo nu en dan wat oudere essays in de schijnwerpers, omdat ze nog steeds relevant zijn en nieuwe lezers verdienen. Een voorbeeld is dit essay van Theo Meder van het Meertens Instituut: ‘Harry Potter en de sagen-revival. Of: hoe het traditionele volksverhaalgenre naadloos aansluit bij de moderne zoektocht naar verloren waarden, individuele zingeving en spiritualiteit.’
Er was eens een ietwat eenzame en miskende jongen met een brilletje, die niet bij zijn ouders woonde, maar die bij een andere vader en moeder en hun zoon werd opgevoed. Op een dag ervaart hij dat hij over een bovennatuurlijke gave beschikt, en juist op die dag krijgt hij ook bijzondere post... Nu denkt u wellicht dat ik het heb over Harry Potter en de Steen der Wijzen, het eerste boek van Joanne Rowling uit 1997. Ik heb het echter over een kinderboek dat een jaar eerder verscheen: Dolfje Weerwolfje van Paul van Loon. Dolfje blijkt in het licht van de volle maan in een weerwolf te veranderen. Het boek is begonnen als een lied dat Van Loon schreef voor de Griezel CD van popgroep VOF De Kunst:
Kijk, daar heb je Dolfje Spaan.
Met z'n wolvenpakje aan.
Dat draagt hij steeds met volle maan.
Want dan is Dolfje een weerwolfje.
Aldus het refrein. Paul van Loon (1955) publiceerde nog twee vervolgen op het boek, namelijk Volle Maan in 1999 en Zilvertand in 2001. De eerste twee delen van de Dolfje Weerwolfje-reeks zijn inmiddels bekroond door de Nederlandse kinderjury. Van Loon schrijft griezelige boeken, niet alleen over weerwolven, maar bijvoorbeeld ook over vampiers, trollen, zombies, tovenaars, draken, monsters en wezens uit andere dimensies. Daarmee heeft hij een grote schare jeugdige fans aan zich weten te binden.
Ook de Harry Potter-reeks van Joanne Rowling (1965) wordt - maar nu internationaal - door zeer veel kinderen (en volwassenen) verslonden. Er wordt zelfs wel gezegd dat Rowling de jeugd weer aan het lezen heeft gekregen. Door de boeken, de filmcontracten en de merchandise is zij inmiddels de best verdienende vrouw van Engeland geworden. Toch kreeg Rowling haar eerste Harry Potterboek niet zomaar uitgegeven: het manuscript werd door niet minder dan één literaire agent en twaalf uitgevers geweigerd, en de Britse uitgever Bloomsbury drukte aanvankelijk slechts 500 gebonden exemplaren vanHarry Potter and the Philosopher’s Stone Ondanks dat uitgevers toch een goede neus zouden moeten hebben voor succesvolle boeken, voor spannende plots die goed in de markt liggen, heeft eigenlijk niemand de Potter-hype waarlijk voorzien. Zelfs haar eigen uitgever niet, die na het sluiten van de eerste deal zei: "Met kinderboeken zul je nooit iets verdienen, Jo."
Voor beide succes-auteurs geldt dat ze een fascinatie voor het bovennatuurlijke aan de dag leggen. In dit essay wil ik aantonen dat de boeken van Joanne Rowling - en daarmee ook die van Paul van Loon - voorzien in een hedendaagse behoefte aan spannende fictie met een bovenzinnelijke thematiek. Verder wil ik betogen dat auteurs daarvoor teruggrijpen op de thema's uit de oudere mondelinge sagen-traditie. En tot slot wil ik aannemelijk maken dat hier sprake is van een ideologische omslag in de kunsten en in onze cultuur van alledag - dat oude kinderboekhelden en -heldinnen het momenteel moeten afleggen tegen contemporaine helden als Harry.
Maar wat zijn sagen eigenlijk? Sagen zijn (net als sprookjes, fabels, raadsels en moppen) volksverhalen, die in het verleden vooral ook mondeling werden doorgegeven. Sagen zijn doorgaans korter dan sprookjes, en spelen zich vaak ook op een bepaalde plaats in een bepaalde tijd af. De thematiek werd vroeger wel aangeduid als ‘bijgeloof’, alhoewel we tegenwoordig liever een meer neutrale term gebruiken als ‘volksgeloof’. De enige die ooit een catalogus heeft aangelegd van Nederlandse sagen was de volkskundige J.R.W. Sinninghe. De catalogus stamt uit 1943 en is inmiddels hopeloos ouderwets en onvolledig, maar aan zijn indeling van de sagen valt nog wel goed te illustreren waar ze over gaan. Sagen zijn volksverhalen over watergeesten, meerminnen, aarddemonen, kabouters, reuzen, witte wieven, dwaallichten, rusteloze geesten en spoken, vuurmannen, plaaggeesten, klopgeesten, nachtmerries, spookdieren, heksen, tovenaars, weerwolven, draken, basilisken en duivels. Sagen gaan over verzonken kloosters, onuitwisbare bloedvlekken, oersterke helden, onderaardse gangen, legendarische rovers en begraven schatten.
Revival van sagen in de populaire (kinder)cultuur
Harry Potter past in een trend die uitgevers aanvankelijk niet hadden voorzien: de hernieuwde belangstelling voor het volksverhaal in het algemeen en voor sagenstof in het bijzonder - al wordt de trend in moderner bewoordingen wel aangeduid als 'fantasy'. Wat dat betreft was Harry Potter niet meer en niet minder dan het juiste boek op het juiste moment. Of we nu kijken naar kinderboeken, naar literatuur, naar televisie, naar tijdschriften, naar computergames of naar bioscoopfilms... overal in de fictie-industrie komen we nu de traditionele sagen in een modern jasje weer tegen. Het communale erfgoed wordt momenteel - om zo te zeggen - grootscheeps gerecycled.
Het boek dat de Britten unaniem verkozen hebben tot het boek van de eeuw, In de Ban van de Ring van J.R.R. Tolkien, ligt weer volop in de boekhandel, vooral natuurlijk omdat er een film-cyclus van verschenen is. Het wemelt in de boeken en de films van de tovenaars, heldhaftige strijders, aardwezens (orcs genaamd), dwergen, elfen, hobbits, magische voorwerpen en mythische monsters. Onder de liefhebbers mateloos populair zijn de schijfwereld-romans van de Britse auteur Terry Pratchett, die men kort zou kunnen typeren als ‘Tolkien met humor’. De romans zitten vol tovenaars, heksen, trollen, dwergen en draken. Er verschijnen nieuwe tijdschriften die floreren op deze belangstelling, zoals Elf Fantasy Magazine en - meer op een publiek van jongere meisjes gericht - Witch.
Er worden zelfs grote evenementen georganiseerd waarin de fascinatie voor het fantasievolle centraal wordt gesteld. In het weekend van 20 en 21 april 2002 organiseerde het tijdschrift Elf Fantasy Magazinede zogenaamde Elf Fantasy Fair, op het terrein van Kasteel de Haar in Haarzuilens. Trok de fair in 2001 nog slechts 6000 bezoekers, door de heropleving van de fantasy waren dat er in 2002 tweemaal zoveel: 12000 bezoekers. Men kon op het terrein een orakel raadplegen en een aura-foto laten maken. Er waren verschillende groepen aanwezig die aan Live Role Playing deden: mensen die in hun vrije tijd in de rol kruipen van een tovenaar, een trol, een ridder of een orc. Ook veel bezoekers kwamen verkleed, veel vrouwen en meisjes als heksen. Voor bezoekers was er een bezemstalling; de bezems moesten wel vastgebonden worden, tegen het wegvliegen. Ook de wicca-beweging was op het terrein vertegenwoordigd. Het Britse Bureau voor Toerisme zette de film Harry Potter in om toeristen te werven. Aan verschillende kraampjes kon men een Broodje Zweinstein kopen.
Het aanbod aan fantasy voor kinderen is zo mogelijk nog groter dan dat voor volwassenen. Op televisiezenders als Cartoon Network en Fox Kids zijn series en tekenfilms vol magie, transformaties en fantasiewezens aan de orde van de dag, van de Keltische sword and sorcery van de Mystic Knights of Tir Na Nog tot de digitale sagenwereld van Pokémon, Digimon en Dragonball Z. De invloed van de Japanse manga-cultuur, waarin oude volksverhaalmotieven en moderne technologie naadloos in elkaar overgaan, is daarbij manifest. Dezelfde cultuur vinden we terug in de populaire Japanse computergames als Legend of Zelda, Pokémon en Final Fantasy.
Op het gebied van de hedendaagse kinderstrips geef ik hier als voorbeeld Dragon Ball van de Japanse manga-tekenaar Akira Toriyama (1955). De strip, waar hij in 1984 aan begon, heeft ook een tv-serie en een videoreeks tot gevolg gehad, waarvan Dragonball Z de bekendste is. De Dragon Ball-stripreeks wordt momenteel ook in het Nederlands vertaald uitgegeven, en wel in de oorspronkelijke manga-vorm. Dat wil zeggen dat je het boek van achteren naar voren leest, en de tekstbalonnen van rechts naar links. De held van het verhaal is Goku, die in de oorspronkelijke Dragon Ball-reeks nog een kind is. Alhoewel de strip Japans is, vormt Chinese sagenstof het uitgangspunt voor het verhaal. Goku is half mens, half aap, wat vooral blijkt uit het feit dat hij een staart heeft. Hij beschikt over een wolk waarop hij kan vliegen, een zogenaamde Nimbus. Verder heeft hij een toverstok: een staf die kan vergroten en verkleinen. Als de volle maan direkt in zijn ogen schijnt, kan hij veranderen in een enorme monsterlijke aap (vergelijk de weerwolf). Samen met het tienermeisje Bulma is hij op zoek naar de zeven drakenbollen. De sage zegt immers dat als men de zeven bollen heeft verzameld, men de Heilige Draak kan oproepen. Deze draak zal één wens in vervulling laten gaan. Daarna zullen de bollen tijdelijk in stenen veranderen en zich over de aarde verspreiden. Pas na een jaar kan men de Heilige Draak weer oproepen, als alle bollen nogmaals verzameld zijn. De stripreeks beschrijft een aaneenschakeling van avonturen, vol gevechten met vaak bovenmenselijke tegenstanders. Martial arts, science fiction en fantasy worden kundig dooreengeklutst, en de actie blijft genietbaar door de humor - niet in de laatste plaats door ondeugende grapjes over slipjes, tietjes en broekplassen. Weer vormt de sagen-stof als het ware een volkomen vanzelfsprekend ingrediënt: toverij, hybride helden, draken, monsters, gedaanteverwisselingen...
Populaire kinderboeken brengen ook weer allerlei nevenprodukten voort: bij de Griezelbus-boeken zijn weer CD-ROMs verschenen, de Kippenvel-reeks kent een tv-serie, van de Pokémon-figuren zijn flippo’s uitgebracht. Van Harry Potter zijn er naast het boek, de film en de video ook verzamelkaarten, snoepgoed - de Chocokikkers en Smekkies in alle Smaken - ansichtkaarten, poppen, heksenbezems, bekers, pennendoosjes, sleutelhangers, toverstafjes, rugtassen en ga zo maar door.
Joanne Rowling heeft de sagen-revival niet uitgevonden - ze heeft alleen op het juiste moment en met veel vakvrouwschap voldaan aan een reeds aanwezige culturele en maatschappelijke behoefte. Een behoefte aan mysterie, magie, geestkracht en spiritualiteit, maar ook aan een helder onderscheid tussen goed en kwaad. Dat de Harry Potter-rage thans in een bredere culturele beweging past, betekent niet dat het om een nieuw verschijnsel gaat. Er is met name in de kinderliteratuur eerder sprake van een voortdurende onderstroom en van golfbewegingen. Sprookjes en sagen zijn in het verleden voortdurend verteld aan kinderen, en er is steeds plaats geweest voor het mysterieuze en het magische. Befaamde Britse kinderboeken in dit genre zijn bijvoorbeeld Alice in Wonderland van Lewis Carroll uit 1865, en De Hobbit van Tolkien uit 1937. Tolkiens vriend C.S. Lewis schreef in de jaren ‘50 zijn Kronieken van Narnia; kinderboeken over een fantasiewereld vol magie - om voor de hand liggende redenen recentelijk herdrukt. Weer later schreef Roald Dahl over grote vriendelijke reuzen en gemene heksen. Maar ook in Nederland en Vlaanderen zijn de magie en de verbeeldingswereld van de sagen, zeker in de kinderboekenwereld, nooit echt weggeweest, ook niet in de strips. In een langlopende strip-reeks als die van Suske en Wiske komen we bij voortduring figuren en motieven uit sagen tegen. De Zwarte Madam, uit het gelijknamige album, kan zich als heks in een zwarte kat veranderen en vliegt door de lucht op een bezemsteel. Zij is regelrecht afkomstig uit de Vlaamse sagenwereld, evenals haar companen Kludde en Lange Wapper. Het album De Jolige Joffer gaat over de Limburgse sage van de Juffer Zonder Kop, die na haar dood blijft rondspoken. Titels van albums als De Spokenjagers, De Bokkerijders, Het Laatste Dwaallicht, De Rosse Reus, De Hippe Heksen, Het Witte Wief en De Vonkende Vuurman spreken eigenlijk voor zich.
Ondanks dat men kan stellen dat het volksverhaal nooit helemaal is weggeweest, moeten we toch constateren dat de sagenstof in de literatuur en populaire cultuur van kinderen, jongeren èn volwassenen momenteel een ongekende heropleving doormaakt. Voor de kinderjury èn de jonge jury van 2002 moest het realisme van de veelbekroonde Carry Slee het afleggen tegen de fantasie van Joanne Rowling; de kinderen van 6-9 jaar en 10-12 jaar kozen voor Harry Potter en de Steen der Wijzen, en de kinderen van 13-16 jaar kozen voor Harry Potter en de Geheime Kamer.
Volksverhaalstof in de Harry Potter-reeks
Harry Potter is ook niet zomaar een samenraapsel maar wel degelijk een buitengewoon virtuoze en evenwichtige aaneenrijging van sagenthema's en -motieven. Het is van Joanne Rowling bekend, dat ze naast een levendige fantasie ook over een enorme verhaal- en boekenkennis beschikt. Ongetwijfeld heeft ze van veel volksverhalen kennis genomen. Tot haar favoriete auteurs behoorden verder (naast Jane Austen) C.S. Lewis en J.R.R. Tolkien, en er zijn natuurlijk parallellen aan te wijzen tussen de avonturen van Frodo Baling en Harry Potter. De kwade machten die bestreden moeten worden zijn Sauron en Voldemort. De goede krachten die de helden bijstaan zijn Gandalf en Perkamentus. Tot de meest ijselijke wezens behoren de zwartgekapte, gezichtsloze wezens: de Ringgeesten en de Dementors. Verder heeft Rowlings Frans en Antieke Cultuur gestudeerd, en met name haar kennis van de klassieke mythen en sagen is terug te vinden in de Harry Potterboeken. Ook de sagen die in haar geboortestreek verteld werden, zullen van invloed zijn geweest.
Een van de grote legenden van het Forest is het verhaal van een jongeman die probeert de dochter van een plaatselijke inwoner te ontmoeten. De vader schermt zijn dochter heel erg af. Op een zomermiddag zat de oude man in de tuin toen hij de ongewenste vrijer langs zag komen. Toen hij er zeker van was dat hij weg was, viel de oude man in het middagzonnetje in slaap, terwijl zijn dochter binnen hun avondmaal aan het bereiden was. Toen hij later wakker werd, zag hij een haas naar het huis staren. Hij pakte snel zijn geweer en schoot op het beest, dat volgens hem uitstekend tot maaltijd kon dienen. Jammer genoeg verwondde hij de haas slechts in zijn achterpoot toen die de benen nam. Korte tijd later kwam de jongeman uit het veld waar de haas naar toe was gerend. Hij hinkte.
De jongen was dus een tovenaar of heks, die zich in een diergedaante kon veranderen, en die in de Harry Potterboeken een 'Faunaat' genoemd wordt. Overigens is dit type sagen in alle Europese culturen terug te vinden. Eveneens locaal is de Wierling (in het Engels Grindylow), een waterdemon uit de folklore van Yorkshire. Het is een zogenaamde kinderschrik: kinderen worden bang gemaakt voor de Wierling om te voorkomen dat ze te dicht bij het water komen en verdrinken. In Nederland stond deze kinderschrik bekend onder namen als Bullebak, Boelekerel, Krolleman, Nekker, Heintje Pik, Okkerman en dergelijke. De Zompelaar (Eng. Hinkypunk) is de Engelse moeras-variant van ons dwaallicht.
Harry Potter is een buitengewoon virtuoze aaneenrijging van sagenthema's en -motieven. Het algemene kader voor de Potter-serie is natuurlijk het bestaan van een tovenaarswereld, waarvan de gewone mensen (de Dreuzels) geen weet hebben. Ook Harry zelf - woonachtig in de bezemkast van de familie Duffeling - weet aanvankelijk niet dat hij een beroemd tovenaarskind is, maar op zijn verjaardag krijgt hij per uilenpost uitnodigingen om te komen studeren aan de Zweinstein Hogeschool voor Hekserij en Hocus Pocus. De eerste kennismaking met de parallelle toverwereld is de Wegisweg in Londen, waar Harry zijn schoolspullen koopt, waaronder een toverstaf en een bezem om mee te vliegen. Via perron 9 3/4 vertrekt Harry vervolgens met de Zweinsteinexpress naar school. Met de Potter-romans treden we kortom een andere realiteit binnen.
Aan de vele sagenthema’s en -motieven die daarna in Harry’s avonturen de revue passeren, hebben de Amerikaanse vader en dochter Kronzek al een heel boek gewijd. In Nederland is het uitgebracht onder de algemene titel De wereld van Harry Potter, maar in het Engels was de titel veelzeggender: The Sorcerer’s Companion; A Guide to the Magical World of Harry Potter. Bezien we eerst wat klassieke elementen. In het eerste Harry Potterdeel komt een driekoppige hond voor, die door Hagrid liefkozend Pluisje is genaamd, en die de gang naar de Steen der Wijzen bewaakt. De hond is overduidelijk geïnspireerd op de hond Cerberus uit de Griekse en Romeinse mythologie, die de toegang tot de onderwereld van de god Hades bewaakt. Pluisje valt in slaap bij muziek, vergelijkbaar met hoe Cerberus de ogen sloot bij het lierspel van Orpheus. Hades beschikte overigens ook over een 'hoed der duisternis', vergelijkbaar met de Onzichtbaarheidsmantel. In de Griekse mythologie was Hagrid een god die van de Olympus werd verbannen, maar die van Zeus uiteindelijk mocht blijven als dierenoppasser - net als Hagrid die van Zweinstein gestuurd is. Net als madame Mallemour is Hagrid trouwens een reus, een wezen dat in de Griekse mythologie als Titaan en bijvoorbeeld in de Bijbel in de persoon van Goliath voorkwam, en daarna in de hele Europese folklore. De basilisk die Harry in de Geheime Kamer tegenkomt, is een slangachtig monster, en zijn blik kan mensen verstenen. Via de klassieke oudheid is dit dier als half slang, half haan in de volkstalige sagenstof terecht gekomen - ook in Nederland trouwens, waar we de Basilisk van Utrecht kennen. Wezens als de centaur en de eenhoorn, die in het Verboden Bos bij Zweinstein huizen, zijn al vanaf de klassieke oudheid bekend. De feniks, die herrijst uit zijn as, is bekend uit de Egyptische en Griekse mythologie, al is niet bekend dat de tranen van dit wezen geneeskrachtig zijn, en dat de veer extra magie kan verlenen aan een toverstaf.
Vervolgens richten we de blik op de folklore na de klassieke oudheid. De hippogrief uit de Gevangene van Azkaban is een kruising tussen een mannelijke griffioen en een merrie, ooit geïntroduceerd door de 16e-eeuwse, Italiaanse schrijver Ariosto.
De blonde wezens die in de Vuurbeker optreden als cheerleaders van het Bulgaarse zwerkbalteam worden in de Nederlandse vertaling Glamorgana’s genoemd. De naam is een gefingeerde contaminatie van ‘glamour’ en ‘fata morgana’, toepasselijk voor mooie meiden die niet echt zijn. In de Engelse tekst wordt het wezen echter een Veela genoemd, voorkomend in de Oost-Europese folklore (o.a. Tsjechië, Macedonië). Het zijn vooral bekoorlijke vrouwelijke geesten die van gedaante kunnen verwisselen. Maar veela’s zijn verwant aan de verleidelijke bosnimfen uit de Griekse en Romeinse folklore. Er worden wel meer exotische wezens behandeld in de Harry Potter-reeks. In de Gevangene van Azkaban besteedt professor Lupos aandacht aan de Kappa. Dit is niet zomaar een verzinsel, maar een amfibische watergeest die uit de Japanse folklore afkomstig is.
De mascotte van het Ierse zwerkbalteam in de Vuurbeker is een Ierse kabouter, beter bekend als de leprechaun. De familie Wemel heeft last van kabouters die de tuin uitgejaagd moeten worden; dat deze kabouters in de Vuurbeker op z’n zachtst gezegd een dubieus karakter hebben, strookt met het kabouterbeeld in de folklore. Europees is de folklore rond de mandragora of alruin, een magische en geneeskrachtige plant die een dodelijke gil slaakt als hij uit de grond wordt getrokken - in de middeleeuwen werden honden gebruikt om de plant te oogsten. De Spiegel van Neregeb (i.e. begeren achterstevoren) is een variatie op de toverspiegels uit sagen en sprookjes. Dergelijke toverspiegels werden in het verleden ook wel op kermissen gebruikt, zoals het volgende verhaal uit De Beets uit 1901 getuigt:
In de Beemster was kermis. Er was een waarzegster. Verschillende paren gingen er heen. Ze konden dan in den zoogenaamden zwarten spiegel hun bruigom of hun doodkist etcetera zien.
Eén meisje riep de vrouw evenwel apart en zei: "Voor je in den spiegel kijkt, moet ik je wat zeggen. Jij bent arm, maar een rijk heer uit Gelderland zal op je verlieven. Jij zult ook van hem houden en je zult een gelukkig huwelijk hebben. Ziezoo, kijk nu maar in den spiegel. Kijk hem nou goed an, want hij is hier op de kermis en je zult hem wel ontmoeten."
Zij giegelde het uit van pleizier en vertelde het aan de anderen. Toen ze een paar uur later in het heerenhuis aan de Buurt in de Beemster kwam, kwam een net jong mensch op haar af. Zij begon hevig te blozen. Geplaag natuurlijk van haar vriendinnen. Zij danste evenwel toch met dien heer, bleef den geheelen avond bij hem, hij had geld, kwam uit Gelderland en ze is later met hem getrouwd.
De Harry Potterboeken wemelen van de sagenfiguren uit de Europese culturen: ontsnapte aardmannetjes (eig. Cornish pixies) die de les van Gladianus Smalhart in de war schoppen, draken waartegen gestreden moet worden tijdens het Toverschool Toernooi, een huiself met de naam Dobby, elfen die het huishouden verzorgen, een trol in de kerkers met Halloween, een klopgeest die Foppe heet, kobolds die de bank van Goudgrijp beheren, meerminnnen in het meer van Zweinstein, onderaardse gangen naar Zweinsveld enzovoort. Dan zijn er nog de spoken, zoals Haast Onthoofde Henk (Eng. Nearly Headless Nick) en Jammerende Jenny (Eng. Moaning Myrtle). Jenny is daarbij een bijzonder geval, want dit type spook lijkt een succesvolle overstap te hebben gemaakt van traditionele naar moderne sage. Recent onderzoek onder basisschoolkinderen heeft uitgewezen, dat onder hen een levendige folklore bestaat rond het zogenaamde 'toiletspook': kinderen vertellen elkaar dat er in een bepaalde wc op school een spook huist. Tot slot eveneens uit de sagen en de folklore afkomstig zijn fenomenen als de toekomst voorspellen in kristallen bollen, horoscopen trekken, numerologie, op bezems vliegen, transfiguratie (of gedaanteverwisseling), handlezen, kruidenkunde, toverformules, vervloekingen, alchemie (denk aan de Steen der Wijzen van Nicolaas Flamel) etcetera.
Met dit alles wil ik niet beweren dat het dooreenklutsen van een grote hoeveelheid sagen vanzelf resulteert in een goed boek. Al de traditionele thema’s en motieven hebben de fantasierijke en creatieve geest van Joanne Rowling nodig om te zamen uit te groeien tot een indrukwekkend verhaal, en de schrijfster heeft bovendien het hare toegevoegd aan de traditie: de sorteerhoed, de uilenpost, de Collectebus waarmee gestrande tovenaars worden opgehaald, de brulbrief, de Dementor, de Gluiposcoop, de Sluipwegwijzer, zwerkbal, de vliegende bezems Nimbus 2000 en Vuurflits, de krant De Ochtendprofeet met de bewegende krantenfoto’s, de Fantaciteer-veer, het Toverschaakspel (het kleine spel in de film is gemodelleerd naar de Lewis Chessmen uit de tweede helft van de 12e eeuw) en ga zo maar door...
Sagen in nieuwe culturele domeinen
De revival van de sagen hangt nauw samen met tendenzen tot esthetisering van het volkse cultuurgoed en de normalisering van het occulte. Traditionele thema's worden herverteld en de oude verhalen worden daarbij in verhevigde mate mooi en puur gevonden. Ongemerkt dringt daarbij het bovenzinnelijke, wonderbaarlijke en esoterische ons leven binnen en wordt meer en meer normaal gevonden. De reclame speelt feilloos in op deze tendenzen: een Danoontje-meisje met superkracht tilt met gemak vier volle kratjes bier, een engel is in de zevende hemel van een bepaald soort smeerkaas, een voetballer loopt over het water voor ijsthee, Praxis-klussers merken dat het spookt in huis, de shampoo bevat aromatherapie enzovoort. Let wel: de revitalisering van traditionele volksverhaalstof is verschoven naar nieuwe domeinen, ten eerste van lower class naar middle class en high class, en ten tweede van mondeling naar schriftelijk en audio-visueel.
De klasseverschuiving die is opgetreden is vergelijkbaar met de zogenaamde ‘dialect-renaissance’. Dialect werd vroeger voornamelijk gesproken door de sociale onderklasse, maar wordt tegenwoordig omarmd en gecultiveerd door de culturele middenklasse en elite. Het meest duidelijke voorbeeld is wel de dialect-pop, maar ook de kerkdienst en de Bijbel in dialect, dialect-woordenboeken, volksverhaalbundels in dialect en dergelijke zijn er uitingsvormen van. Het zijn nu andere media die zich van dialect bedienen: vroeger werd het alleen in eigen kring gesproken, nu komt het dialect ook op de radio en op schrift. Dit fenomeen wordt wel verklaard als een tegenbeweging tegen de globalisering en het daarmee gepaard gaande verlies aan identiteit.
Sagen werden vroeger verteld door de sociale onderklasse: ze werden verteld door de mensen die te arm waren om een boek te kopen, die in bepaalde gevallen ook analfabeet waren en geen boeken konden lezen. Ze werden ook vooral verteld in de sociale onderklassen waarin het geloof in toverij, spokerij, weerwolverij en hekserij nog welig tierde, en die door de culturele elite werd afgedaan als 'bijgeloof'. In de 19e eeuw werd er zelfs vanuit de elite een beschavingsoffensief ingezet om bijvoorbeeld via centsprenten en schoolonderricht de lagere sociale klassen van het bijgeloof en de bangmakerij te bevrijden - een offensief dat tot ver in de 20e eeuw heeft doorgewerkt. In de hedendaagse cultuur worden de sagen nu juist omarmd en gecultiveerd door een nieuwe culturele middenklasse en elite en in nieuwe overleveringsvormen dan de strikt orale: in de letterkunde, de strip, de film, op televisie, op de toeristische fiets- of wandelroute... Ditmaal worden de sagen niet verteld vanuit een diepgeworteld geloof in het bovennatuurlijke en buitenissige, maar uit een fascinatie voor een nostalgisch en magisch geacht verleden. Misschien wel vanuit een idee dat 'contact met de natuur' (en dus ook de bovennatuur) mogelijk is. En als een reactie op het oude beschavingsoffensief met een taboe op bijgeloof en fantasie, en een nadruk op sociaal realisme.
De hernieuwde belangstelling voor volksverhalen en sagen is namelijk niet zomaar een modieuze gril: het is geen volstrekt willekeurige genre-verschuiving in de zin van 'verandering van spijs doet eten'. Het verschijnsel staat in relatie tot een cultureel-maatschappelijke paradigma-wisseling.
Maatschappelijke tendenzen: zingeving en neo-spiritualiteit
Als iets in het maatschappelijke leven de laatste tijd manifest is geworden, dan is het wel de roep om normen en waarden - en dan vooral die normen en waarden uit de tijd dat ‘het leven nog goed was’. Er heeft zich een verlangen afgetekend naar scherpere grenzen, naar onderscheid tussen goed en kwaad. In volksverhalen als sprookjes en sagen komt het veelvuldig tot een strijd tussen goed en kwaad, net zoalsIn de Ban van de Ring en Harry Potter. Met de aanslagen van 11 september 2001 lijken mensen nog meer de neiging te krijgen om de wereld te gaan indelen in goed en kwaad. De opkomst van de LPF en de verkiezingswinst van het CDA in 2002 waren ook tekenen aan de wand, evenals trouwens de vergelijking die werd gemaakt tussen Jan Peter Balkenende en Harry Potter.
Daarnaast constateren we een groeiende belangstelling voor New Age: steeds meer mensen ervaren een leegte, verlangen naar spiritualiteit en willen geloven in de kracht van de geest over de materie. Er vindt een zoektocht plaats naar geestelijke verdieping en nieuw spiritueel houvast. De wens naar religiositeit hoeft zich echter niet te vertalen in hernieuwde kerkgang. Religiositeit wordt ditmaal meer gezocht op individuele basis, eclectisch, en niet gedirigeerd vanuit een vaststaande dogmatiek en orthodoxie, niet vanuit een ideologie van geboden en verboden, niet vanuit een breed religieus instituut en een spirituele hiërarchie. Er groeit een geloof in de waarden die in vervlogen cultuurfasen zouden hebben bestaan: zo moet het contact met de natuur worden hersteld. Sterker nog: sommigen zoeken de dialoog met de natuur.
Het maatschappelijke normen- en waardendebat èn de zoektocht naar nieuwe spiritualiteit hebben alles te maken met zingeving. Juist omdat de traditionele religieuze en maatschappelijk-ideologische bodems uit ons bestaan lijken gevallen, zijn vele mensen op zoek. Mensen ervaren oppervlakkigheid, consumentisme, gebrek aan idealen en respect, verlies van contact met de leefomgeving en ongerichte agressie als negatief. We hebben onze moraal en ons geloof verloren: het moet weer net als vroeger worden... maar dan moderner!
Een tendens die hiermee nog samenhangt, is wat ik de ‘Verharmlosung’ van het occulte zou willen noemen. Het bovenzinnelijke is sluipenderwijs in ons dagelijkse leven teruggekeerd, maar zonder de negatieve connotaties van weleer. Het occulte wordt door de meeste mensen niet meer als gevaarlijk ervaren. In het verleden was hekserij bijvoorbeeld een kwalijke zaak: heksen werden verondersteld met de duivel en zijn demonen te heulen, en schadelijke magie te bedrijven. Daarom heeft de heksenwaan vele tienduizenden slachtoffers gemaakt. De moderne heksen van de wicca-beweging claimen een historische heksentraditie voort te zetten. De historische claim van de moderne wicca-beweging spoort evenwel niet met de werkelijkheid: het heksendom van de wicca-beweging heeft noch veel uit te staan met het traditionele kwade heksenbeeld, noch met de historisch reële magie van oude kruidenvrouwtjes. Wicca-heksen zijn vooral moderne eco-heksen. Het zijn zelfbewuste vrouwen en meisjes, die met rituelen hun band met de natuur bevestigen, en die met een beroep op het verleden een traditie van pantheïsme, natuurgodsdienst, wierook en genezende stenen hebben bijeengesprokkeld en uitgevonden. Ook de hekserij in de Harry Potter-reeks is in principe positief, niet demonisch of destructief (met uitzondering van de toverij van Voldemort en zijn volgelingen dan). Nu is Hermelien geen echte wicca-heks en ook geen oude toverkol: ze zit er ergens tussenin. Maar we zullen haar in alle Harry Potter-delen nooit kunnen betrappen op kwaadaardige magie. Immers, toveren is vooral leuk en nuttig. De Dreuzels hoeven geen Inquisitie in het leven te roepen. De magische macht en het bovennatuurlijke spreken tegenwoordig vooral tot de verbeelding. De mens blijkt ondanks alles een spiritueel dier. En we vinden het mysterieuze en het raadselachtige spannend, en vinden kennelijk geen voldoening in de louter technologisch-rationalistische samenleving, waarin alles wordt verklaard en geregeld. Niet voor niets poneerde een godsdienstsocioloog onlangs de stelling dat de grenzen van de verlichting en de rationalisering lijken bereikt. Na een betrekkelijk lange periode van ‘onttovering’ van de wereld, lijkt er een beweging op gang te zijn gekomen van ‘hertovering’. Met name jongeren blijken daarbij ‘neo-spiritueel’ te zijn.
Tot slot moeten we natuurlijk niet vergeten dat Harry Potter vooral fictie is en door de meeste kinderen en volwassenen ook als zodanig wordt ervaren. Men hoeft niet per se in toverij te geloven om de fictie als aangenaam te ervaren. Niettemin sluit het amusement goed aan bij de moderne verlangens en denkbeelden. Harry Potter past in een tijd waarin men bereid is open te staan voor het bovenzinnelijke - een tijd waarin een prinses contact zoekt met bomen en dolfijnen, jonge meiden zich aangetrokken voelen tot het moderne heksendom en Jomanda voor haar gebedsgenezing nog altijd volle zalen trekt. Een tijd van klopgeesten in rijtjeshuizen en bloed wenende madonnabeelden. Een tijd van Reiki, I Ching en Feng Shui. Een tijd ook waarin de afdeling ‘Esoterie’ in de boekhandel steeds meer plankruimte inneemt - in de Randstad overigens meer dan op de Veluwe.
Het instituut dat traditioneel het monopolie claimde op de spiritualiteit, de christelijke kerk, ziet het succes van Harry Potter soms met lede ogen aan. De reacties zijn divers. Veel christelijke gemeentes houden zich op de vlakte, maar sommige ontwikkelen strategieën om met het nieuwe verschijnsel om te gaan. De ene reactie luidt: "If you can't beat them, join them." Er zijn speciale Harry Potter-diensten gevierd met de bedoeling om kinderen weer bij de kerk te betrekken. Dominee Siebe Sijtsema preekte in de Samen op Weg-kerk te Heerenveen tijdens de dienst over de boodschap dat de liefde het kwaad overwint, op basis van 1 Corinthe 13. Dominee Jan Ridderbos organiseerde een Harry Potter-dienst in de gereformeerde Gorechtkerk in het Groningse Haren. De kerk zat vol met kinderen verkleed als tovenaar en heks, de dominee verjoeg er een duivel en preekte over magie in de Bijbel en - wederom - over de strijd tegen het kwaad. Buiten protesteerden de bewegingen ‘Christenen voor de Waarheid’ en ‘Schreeuw om Leven’ van dominee Dorenbos.
Dat is de andere reactie: verketteren. Vanuit de orthodoxie wordt de fictie van Harry Potter gerekend tot het gevaarlijke occultisme, dat als duivels van de hand wordt gewezen. Vanuit deze hoek worden ook het feest van Halloween, de Wicca-beweging en de New Age als vormen van satanisme of tenminste neo-paganisme van de hand gewezen. Gezien de slechte concurrentie-positie waarin de christelijke kerk zich momenteel bevindt een begrijpelijke reactie - maar het is niet alleen maar een reactie uit concurrentie-overwegingen: de orthodoxe christenen geloven daadwerkelijk dat de duivel aan een nieuwe zegetocht begonnen is.
Icoon van een nieuwe generatie
Dat de Harry Potter-hype vanuit Engeland de wereld heeft veroverd, is niet geheel toevallig. Natuurlijk speelt het een rol dat met het Engels direkt een groot potentieel lezerspubliek bediend wordt. Maar Engeland is in zeker opzicht ook de bakermat voor bepaalde tradities en ontwikkelingen. In Groot-Brittannië wordt het geloof in 'haunted houses' bijvoorbeeld actief levend gehouden. De cryptozoölogie (leer der fabelwezens) vindt zo ongeveer z'n verpersoonlijking in het monster van Loch Ness. Zuid-Engeland is de bakermat van het graancirkelfenomeen... Niet voor niets heeft Groot-Brittannië schrijvers voortgebracht als Mary Shelley (van Frankenstein), Bram Stoker (van Dracula), Lewis Carroll, J.R.R. Tolkien, C.S. Lewis, Roald Dahl, Terry Pratchett en Joanne Rowling. Anderzijds moeten we ook de huidige invloed van Japan op de (jeugd)cultuur niet onderschatten: met de animatie-series en de computer-games hebben we niet alleen de Japanse manga-stijl geïmporteerd, maar ook de voor ons soms moeilijk te doorgronden Japanse verbeelding van heldendom, moderne technologie, magie en mystiek.
Ik kom tot mijn conclusie. In het huidige tijdsgewricht constateer ik een bezinning op (traditionele) normen en waarden, een zoektocht naar zingeving, een fascinatie voor het mysterieuze en een hang naar het spirituele. We zijn de wereld aan het ‘hertoveren’ en grijpen in onze culturele uitingsvormen daarbij terug op traditionele verhaalgenres zoals sagen. Ik bespeur een tendens waarin een nieuwe generatie zich afkeert van de rationaliteit en het sociale realisme van het kinderboek dat uit de flower power-tijd is voortgekomen. De boeken die een soort provo-ideologie met een maatschappelijke 'alles moet kunnen' mentaliteit ademen en die uiteindelijk resulteerden in romans met rebelse kinderen en zelfs lesbische hamsters in de hoofdrol. Als literaire kinder-icoon van de vorige generatie zou ik Pippi Langkous willen noemen: een grappig opstandig roodharig meisje dat zonder ouders in een villa woont, dat de spot drijft met orde en gezag, en doet waar ze zin in heeft. Kinderstraffers en fatsoensrakkers zet ze op hun nummer. Ze kan niet schrijven en niet rekenen en gaat ook niet naar school, want op school stoppen ze je hoofd alleen maar vol met onzin, waar je in het dagelijkse leven niets aan hebt. Pippi is een sterk en onafhankelijk meisje. Pippi Langkous is kortom het kind van de protestgeneratie, de tweede emancipatiegolf en de anti-autoritaire opvoeding.
Harry Potter is de held van een nieuwe generatie. In de romans lezen we over een meegaande, sympathieke, vriendelijke, verantwoordelijke, leergierige Harry Potter, die zich niet tegen het gezag afzet, en die de terreur van zijn pleegouders lijdzaam ondergaat, maar die ook tegen het morele kwaad in de wereld strijdt. Zijn school is een ouderwetse kostschool met uniformen, boeken, orde en tucht en degelijk onderwijs door strenge doch rechtvaardige leraren - een wereld zonder televisie, computers, internet, Coca Cola en Big Macs. Harry Potter is de icoon van een nieuwe spiritualiteit en een veranderd normbesef. Het is misschien wat te sterk uitgedrukt, maar Harry Potter is in menig opzicht New Age. Joanne Rowling zelf heeft ook een 'gothic' periode gekend, waarin ze (half serieus, half voor de grap) aan handlezen deed en tarotkaarten leggen. Een schoolhoofd memoreert over een sollicitatiegesprek: "Ze leek een beetje op Morticia uit The Addams Family".
Het punt dat ik - in één zin - uiteindelijk wil maken is dit: in het krachtenveld van opeenvolgende culturele ideologieën heeft Pippi Langkous het moeten afleggen tegen Harry Potter.
Enkele weblinks (deze links zijn grotendeels niet meer actueel, maar zijn opgenomen omdat ze bij de brontekst horen)
J.K. Rowling & Harry Potter
Harry Potter links: http://harrypotter.pagina.nl/
J.K. Rowling: http://home.wanadoo.nl/richard.thiel/auteurs/jrowling.htm
Interview J.K. Rowling: http://www.kidsreads.com/harrypotter/jkrowling.html
Harry Potter Home Page: http://harrypotter.warnerbros.com/
Harry Potter bij De Harmonie: http://www.harrypotter.nl
De Nederlandse Harry Potter site: http://www.euronet.nl/~marij/
De wereld van Harry Potter: http://home.iae.nl/users/ingevane/
Harry Potter OnLine: http://members1.chello.nl/~h.kip/HP/index.html
Het Krijsende Krot: http://www.hetkrot.tk/
Harry Potter Fun Pages: http://www.potterfun.nl/
Perfect Potter Page: http://www.hsmarnix.nl/html/gweick/
Dreuzels: http://www.dreuzels.com/
J.R.R. Tolkien, The Hobbit & Lord of the Rings
Tolkien Links: http://tolkien.pagina.nl/
TolkienWorld: http://www.tolkienworld.com/
Planet Tolkien: http://www.planet-tolkien.com/
Tolkien Winkel: http://www.tolkienwinkel.nl/
In de Ban van de Ring Links: http://lordoftherings.pagina.nl/
Lord of the Rings Movie site: http://www.lordoftherings.net/
Tolkien Movies: http://www.tolkien-movies.com/
Nederlandse Film site: http://www.lordoftherings.nl/
Lord of the Rings Fan Club: http://www.lotrfanclub.com/
Paul van Loon & boeken
Paul van Loon homepage: http://www.paulvanloon.nl
De Griezelclub: http://www.griezelclub.nl/
Dragonball, Dragon Ball Z & Dragon Ball GT
Dragonball: http://www.lgpnet.com/amg/dragonball.htm
Nederlandse Dragonball-site: http://www.dragonball-gt.nl/dragonball.htm
Bespreking strips: http://www.atmosphere.be/media/holeintheground/dbmanga1_1.html
Review Dragonball manga-strips: http://www.animedorks.com/issues/03/db.html
Fantasy (Magazine, Fair, Forum)
Elf Fantasy: http://www.elffantasy.nl
Meer fantasy op Barbarus: http://www.barbarus.org/blog/tag/Fantasy