Interview Hendrik J. Vos
Kunt u iets vertellen over uw loopbaan als tekenaar?
Ik ben opgeleid als tekenleraar aan de Arnhemse Academie, heb daarna jarenlang aan dat instituut lesgegeven. Tussen de bedrijven door geraakte ik geleidelijk in het illustratievak verzeild. Veel educatief/informatief werk gemaakt voor instituten, ook nogal wat cartoons voor bedrijfsbladen. Daarnaast ben ik al die tijd ook met strips bezig geweest, bijna altijd in het science-fiction genre. Mijn strip-oeuvre is redelijk samenhangend, maar qua publicatie nogal verspreid: allerlei tijdschriften, verschillende uitgeverijen en ook wat eigen uitgaven. Uiteindelijk ben ik aangeland bij de verhalen over de ruimtepiloot Jack Slender. Twee albums zijn daarvan verschenen (alweer bij verschillende uitgeverijen) en momenteel werk ik aan een bundel korte verhalen, maar het ziet er naar uit dat het nog enige tijd zal duren voordat deze als boek zullen verschijnen. Het eerste van deze verhalen verscheen enige nummers geleden in het tijdschrift Zone. Hoe zou u uw tekenstijl typeren?
Karikaturaal realisme.
Wat spreekt u aan in science fiction?
Van jongs af aan ben ik sterren- planeten- en ruimtevaartgek geweest. Ik wilde dan ook per se astronoom worden, maar reeds in het begin van mijn studie aan de Leidse Universiteit bleek toch dat ik een nogal geromantiseerd idee had over de wetenschappelijke praktijk. Vrij snel ben ik dus van studie veranderd en naar de kunstacademie gegaan. Maar de liefde voor de kosmos bleef, zodat de science-fiction strip een haast onvermijdelijk noodlot bleek te zijn. Een bijkomend aspect van science-fiction is dat je de wereld waarin het verhaal zich afspeelt zelf kan verzinnen en ontwerpen.
Over welke van uw strips bent u het meest tevreden?
Dat zijn de meer duistere verhalen die ik omstreeks 1990 heb gemaakt voor 'volwassen' stripbladen (en later als deel drie van mijn eigen 'Edelpulp Reeks' in een herziene versie heb uitgegeven onder de titel 'De Prins van de Paardekop'), alsmede het eerste Jack Slender album ('De Quark-Generator') waaraan ik over een periode van bijna vijftien jaar incidenteel heb gewerkt en dat uiteindelijk als vervolgverhaal in het tijdschrift 'Myx' heeft gestaan. Maar over het meest recente korte verhaal ('De Amora-Excursie') ben ik ook wel te spreken. Gelukkig maar, want het is nogal vervelend als je alleen maar tevreden bent over je oude werk...
Wat is uw mening over de Nederlandse stripcultuur?
Kan ik moeilijk over oordelen; ik lees nauwelijks Nederlandse strips. Ik heb überhaupt slechts interesse in een klein segment van de stripcultuur. Van een totaalvisie is bij mij dus geen sprake.
Meer science fiction: hier