Interview Mark Janssen
Wat is het belangrijkste waar u op let bij het maken van een goede illustratie voor kinderen?
Het belangrijkste is dat mijn beeld communiceert, dat het de kinderen raakt. Ik probeer ze in een tekening mee te nemen naar een andere werkelijkheid.
Alsof je door een deurtje stapt naar een andere ruimte. Dat is niet makkelijk, want pas boven een bepaald niveau van de tekening, lukt dat. Dat je makkelijk over de drempel van de techniek van het beeld stapt. Een kind dat daar voor openstaat, dat misschien ook wel veel fantasie heeft, slaagt daar al heel snel in overigens.
Hoe zou u uw tekenstijl typeren?
Ik heb er moeite mee om mijn eigen werk te typeren. Anderen zeggen er over dat het krachtig en heel kleurrijk is. Dat het een realistische ondertoon heeft, en dat het licht een hele belangrijke rol speelt. Ik ben van nature een echte tekenaar en die basis, die klare lijn blijft altijd terugkomen, terwijl bijvoorbeeld andere illustratoren een basis als schilder hebben. Die werken wat autonomer en komen in een andere stroming van de kinder- of prentenboeken terecht.
Ik werk overigens zowel met potlood en verf, als digitaal, afhankelijk van de opdracht en wie de doelgroep is waarvoor ik de illustratie maak.
Waarom zijn er relatief weinig geïllustreerde boeken voor volwassenen (buiten strips)?
Klopt, onbegrijpelijk dat illustraties alleen maar aan kinderboeken gekoppeld worden. Op dit moment zijn het er nog weinig, maar aan de andere kant bespeur ik een hele positieve tendens dat het aan het omkeren is. Kinderboekenauteur Bert Kouwenberg en ik bespeurden dat gemis ook en afgelopen jaar hebben we een heel bijzonder boek uitgebracht. ‘Kodo. De weg van de Boog’, is een Japans prentenboek voor kinderen èn volwassenen. We hebben ontzettend veel lovende reacties gekregen van het volwassen leespubliek. Een unieke ervaring en een ‘nieuwe’ manier van lezen, die natuurlijk helemaal niet nieuw is, maar iets is wat ze allang niet meer gedaan hadden.
Gelooft u dat kinderen 'visuele geletterdheid' moet worden aangeleerd, of hebben zij dit vermogen van nature?
Natuurlijk hebben ze dit vermogen van nature. Het visuele aspect is voor een kind van 3 jaar enorm belangrijk. Naarmate we ouder worden wordt dit aandeel steeds kleiner en wordt het opzij geduwd door alle andere zaken die we leren en die niets meer te maken hebben met creativiteit, maar met ‘het verstand’. Visuele geletterdheid moet daarom wel degelijk steeds verder geoefend en gestimuleerd worden, om het niet te laten uitdrogen. Veel prentenboeken, veel kinderboeken, veel strips lezen, daar word je later een ontzettend gelukkig persoon van!
Welk type onderwerp zou meer behandeld moeten worden in prenten- en kinderboeken?
Ik denk dat er al over heel veel zaken geschreven wordt en dat er ondertussen geen enkel taboe meer ongemoeid is gelaten. De vraag blijft natuurlijk of de boeken commercieel interessant zijn, of ze wel of niet goed verkocht worden, als het thema wel heel belangrijk is om te benoemen, maar voor een kind behoorlijk pittig blijken te zijn. Dan lijkt het alsof er niet over geschreven wordt, maar deze boeken zijn dan gewoon minder populair voor het grote publiek.
Meer illustratoren hier