top of page
Featured Review

Interview Niels Gerson Lohman


Waar gaat uw boek ‘Een Rijk Alleen’ over?

Het gaat over hoe ik had kunnen opgroeien en een deel van me is opgegroeid. Over de plekken van mijn jeugd, mijn vader, die vrij jong alzheimer kreeg en mijn broer, die vrij jong verongelukte.Toen ik merkte dat ik een hoop begon te vergeten, ben ik in mijn eigen herinnering ondergedoken vanuit een andere ik.

Het boek is vanuit de eerste persoon geschreven en beslaat een periode van ongeveer tien jaar. ik heb geprobeerd de stijl mee te laten groeien met de ontwikkeling van de ik. Met andere woorden: het boek begint in een lieve kindertaal, die volwassen dingen niet begrijpt. Het eindigt volwassen en enigszins ontspoord.

Daarna heb ik nog een boek geschreven, over een romantische wetenschapper die een ijsberg probeert te verslepen en Somalische piraten, maar dat heb ik een jaar geleden weggegooid. Nu probeer ik een bundel met korte verhalen af te maken. Ik ben er bijna.

Wat vindt u het meest bevredigend aan het ontwerpwerk?

Ik ervaar het als luxe dat ik elke maand iets totaal anders doe. Omdat tech zo snel verandert, verandert het speelveld van een ontwerper voortdurend. Deze zomer was ik bijvoorbeeld bezig met gigantische robotics voor een museum, maar de komende tijd ben ik gevraagd om een dating app te ontwerpen. Hierna begin ik aan een interieur. In het weekend doe ik sound design en kleine animaties tussendoor, voor allerlei culturele projecten. Vaak werk ik met ontwerpen van andere partijen, en richt me op hoe ik bestaande ontwerpen vertaal naar animatie en/of interactie. Mijn gereedschap is elke week anders: nodes, keyframes, code, kabels, vectoren.

Ik probeer elke project met een een nieuwe techniek te benaderen, zodat ik zelf ook blijf leren. En eigenlijk is dat het leukst, wanneer je met vragen komt te zitten die op Google nog niet zijn gesteld en je je even een mini-uitvinder voelt, een schatgraver.

Ik riep altijd verwend dat ik niet wilde kiezen en àlles wilde ontwerpen. Dat was een bewuste keuze die lang totaal geen stand leek te houden. Ik moest er wat voor opgeven, met name slaap en een gangbaar sociaal leven. Een paar jaar geleden had ik het ritme dat ik een half jaar lang alleen maar werkte en dan een half jaar op reis ging en van mijn laptopje werkte. Dat lukt nu niet meer, er lopen teveel verschillende projecten door elkaar heen waarvoor 1 laptop niet meer genoeg is, maar soms lukt het me nog om even van de kaart te verdwijnen om daar wat te schrijven.

Wat is uw mening over het culturele klimaat in Nederland?

Dit vind ik een moeilijke vraag, dus ik ben wat kort door de bocht.

In Nederland kan je er helaas niet zomaar op rekenen dat culturele diepgang welkom is.

We zouden ons ook wat beter mogen kleden en beter kunnen leren eten.

Hollanders lijken (culturele) diversiteit liever te tolereren, dan te vieren.

Ik overweeg vaak om uit Nederland te vertrekken, maar ik heb het juiste land nog niet gevonden.

Maar dat calvinistische navelstaren, waar ik over klaag, maakt ons ook heel crafty en tech driven, mooie voorbeelden van culturele vernieuwing op Nederlandse bodem liggen wat mij betreft bij Blendle (journalistiek) en Blendr (open source project). De Vermeer van onze tijd zit, denk ik, in Delft en schrijft code.

Misschien klinkt het alsof ik techniek en cultuur verwar, een wellicht is dat ook wel zo. Misschien bedoel ik te zeggen dat in Nederland culturele vernieuwing, meer dan elders, erg tech-driven is omdat we efficiënt willen en moeten zijn.

In de culturele sector zijn de budgetten vaak laag, en de is drempel hoog. Voor Nederlandse opdrachtgevers werk ik nog veel te vaak onder de prijs, wat eigenlijk de markt een beetje verziekt, en de enige manier om uit de kosten te komen is door door je eigen technieken te ontwikkelen, om snel te blijven zonder prefab te worden.

Kunt u iets vertellen over uw muziek?

Samen met Benjamin Klumperbeek werk ik al bijna vier jaar aan ons tweede album. Het is een volstrekt uit de hand gelopen hobby. We worden vertraagd door het feit dat we elke studiosessie voor de helft in de keuken doorbrengen. We maken underground hiphop en zijn muzikaal gezien volstrekt schatplichtig aan De La Soul en Slum Village. Hoop ik.

Op dit album doen een paar van onze grootste helden mee, zoals Blueprint, Pseudo Slang, Dudley Perkins en Georgia Anne Muldrow, Nate Dizco, maar ook The Child of Lov, die een jaar voor hij overleed nog een paar nummers voor ons heeft opgenomen.

Soms gaan er tientallen stoffige platen in een nummer, soms rammen we op shitty synths. Het is in toenemende mate een combinatie van beide.

Samen met Stefan Glerum, met wie ik een studio deel en die overigens ook mijn favoriete illustrator is, ben ik langzaam aan weer begonnen om iets voor live voor te bereiden onder onze oude naam Truly Pheasant, met tropische plaatjes 45 toeren en ontzettend harde drums. We hebben tenminste één fan, en dat is Joost Swarte, meer hebben we niet nodig.

Welke muziekgroep is ten onrechte vergeten?

The Reynettes. En KMD.

Meer over grafisch design: http://www.barbarus.org/blog/tag/Design

Tag Cloud
bottom of page