Grote baby!
Tekst en tekening: Stefan Pietersen
Ochtend. In de spreekkamer van de dokter.
Alles leek op zijn plaats. Bovendien stonden de zon, de maan en dokter Huismans allemaal voor een keer eens op één lijn. Er kon er weer iets gebeuren. En dat deed het ook. “U kunt de volgende patient binnen laten komen, juffrouw Illeen.”
'Goed meneer. Bent u er klaar voor? Dit is nogal een geval apart.'
“Helemaal. Ik voel dat dit een perfecte dag gaat worden.” 'U moet het zelf weten.' “Wat? Hoezo? Wacht, Illeen. Wacht. Ik bedoel.... nou ja, laat maar komen, dan.”
Ding dong.
'Volgende patient kan door...'
(Daar wordt aan de deur geklopt. Hard geklopt, zacht geklopt... wie zou dat...?) “Binnen!”
'Dokter, snij me open!'
“Goedemorgen, meneer. Wat scheelt er?”. 'Breek me de bek niet open, dokter. Ach, wat kan het? Toe. Doe nou maar, snij me open, laat alles lopen. Haal me hier weg uit mezelf!'
“Nou ja, zo ver gaan we hier niet op de eerste afspraak. Maar vertelt u eens, wat scheelt?' 'Tja, wilt u een lijstje? Knikte u nu? Nou. Ik hebeen jeukend kruis. Een lekkene luier, een zere zuigduim, een gebroken waterdrager, een hoogzwangere schrijfster en een verliefde endeldarm. Maar u komt hier niet voor mij.' “Nee, inderdaad. Ik kom hier niet voor u.” 'Wat scheelt er?' “Met mij? Niets. U komt hier voor … Oh. Hahaha. Nee, nu even alle gekheid van het stokje. Wat scheelt er?” 'Dat wil ik nu juist van u weten. Wat mij scheelt. Het probleem is namelijk dat mij zo veel scheelt.
Ik zou willen dat het me niets zou kunnen schelen, maar dat kan ik niet. Waarom niet? Waarom kan ik dat niet? Wat is er mis met mij? Waarom heeft het lot of God het zo slecht met mij voor? Waarom heeft... Elke ochtend sta ik op en zing de wereld blij toe, maar ga weer naar bed met het tegenovergestelde. Het probleem is dat me alles kan schelen. Ik ben een en al pijn. Een en al gevoelige informatie. En elke stoot met adem doet daar weer een schepje bovenop.' “Ik geloof niet dat wij...” 'God was een mietje, weet u dat?! Die Jahwe bedoel ik. Hij schiep...' “Zeg, wilt u alstublieft uw tong matigen in mijn ….” 'Hij schiep het heelal, één wereld. Maar slechts één wezen ook in diezelfde week: de mens. En dat bedoel ik: mietje! Ik schep er velen per week. Tot mijn ongenoegen. En ik kan maar niet stoppen. Ik moet gewoon. Weet ook niet hoe te stoppen. Hoor maar, ik doe het voor: 1, 2, 3, in godsnaam....' (…) “Zeg!”
Zie je? Niks. En elke schepping mankeert wat, collega... Ik...'
“Ik merk dat u er onder lijdt, meneer, maar...”
'Ik zou zeggen, als u dat dan kan zien, genees me er dan van! Of neem in elk geval de pijn die het veroorzaakt weg, geef die aan een ander, die er beter tegen kan – als het moet, want die pijn wil ik niemand aandoen! – en geef mij zijn of haar vreugde. Want echt, scheppen kan zo leuk zijn. Kan zo veel genoegen scheppen. Hoor je ook weleens van andere scheppers. Hoor ik tenminste. Lees ik tenminste. Lees ik, zie ik, maar voel ik niet! Eerder het tegendeel! En vrouwen...' “Zeg, we gaan toch niet katten op vrouwen, hè? Vrouwen zijn...” 'Ja? ' “U moet niet alle vrouwen over eén kam scheren, meneer. De meeste vrouwen zijn... En u heeft het over pijn, maar een kind baren, dat is toch echt wel andere kattepis.” 'Weet u dat? Of heeft u dat van uw vrouw...?' “Ik heb geen vrouw, maar dat doet niet ter...” 'Ja, wat zeurt u dan?'
“Ik zeur niet. Dat doet u. U komt hier, klaarblijkelijk om te klagen over iets dat èn onvergelijkbaar is en iets wat ik bovendien niet kan.. Maar, laten we overnieuw beginnen. Wat is nou precies het probleem?”
' kan niet...' “Probeert u het maar eens: een kind persen door een opening ter grootte van een lucifer-doosje. Een kind, een levend iets ter grootte van een meloen.” 'Ha, die vergelijking heb ik al zo vaak gehoord. En ik hou niet eens van meloenen. Bovendien...'
“Echt, ik heb gevallen gezien van mensen in pijn, maar het is niets vergeleken met...”
'Jaja. Maar daar hadden we het niet over. Ik ben geen vrouw. Ik hoeft die meloen niet te …' “Nee. Dat klopt, maar... Wat doet u?” 'Ik luister even aan de deur. Luister of die prachtige assistente van u toevallig aan de deur staat te luisteren.'
“Zeg, luister eens...” 'Ja, zie je wel!' “Wat?'
'U stond zo te hemel-in-prijzen, dat kon gewoon niet anders zijn dan voor... En u heeft nog geen vrouw, zei u net...'
“Goed goed. Maar we hadden het over uw pijn. Uw probleem. Kunt u me nu eens...? U wilt toch ook... Ik bedoel, u bent toch ook niet bepaald ongevoelig tegenover het fenomeen vrouw?”
“Ja, natuurlijk, ook ik had een moeder.” “En ik neem aan dat u heteroseksueel bent. Dus...”
'Ja, maar..' “ik heb mijn eigen moeder met mijn buitenkomst al in het begin zo veel pijn gedaan dat ik uiteindelijk zelf...” 'We hadden het over mijn probleem.' “Ja. Uw probleem. Ik schrijf u een morning before-pilletje voor. Echt, dat zal u helpen met uw scheppingspijnen. Maar komt u niet meer aan met die vergelijking met vrouwen! U kunt zich echt niet...” 'Dank u, dokter. Ik wilde ook niet zeggen dat ik het erger heb dan vrouwen. Er bestaat geen goede vergelijking. Maar gaat u niet ook beweren dat mijn pijn niks voorstelt vergeleken met. Dat is gewoon niet aan de orde. Geen vergelijking lost die probleemstelling op. Slechts de d...' “Ja. En neem me niet kwalijk. Dat was niet mijn plaats, om...”
'Het is goed, mijn beste dokter. Dank u voor het pilletje. Ik ga het eens uitproberen. Tot ziens, dokter.'
“Niet als ik mijn werk goed gedaan heb. Vaarwel. (grote baby!) En wilt u juffrouw Illeen zeggen dat ze de volgende patiënt binnen laat komen?”
Ding dong.
Volgende!
“U weer?
Ik zei dat de volgende patiënt binnenkon komen. Daarmee had ik een ander voor ogen. Ik snap...”
'U snapt er niets van!' “Ik begrijp best dat u problemen heeft, meneer, maar u bent niet de enige met problemen.”
'Jawel.'
“Nee meneer. Dat lijkt misschien zo in uw lijdensbelevinh. Er zijn echt zat mewsne met ook hele grote problemen. U bent echt niet de enige en uw leed is niet het ergste. Ik dacht sowieso dat we daar al uit waren.”
'Nee, dokter. U was daar over uit. Ik niet. Ik kwam er niet eens tussen!U kwetterde maar door over vrouwen en meloenen. Ik hou niet eens van meloenen. Dat zei ik al. Maar goed, ik snap wat u ermee bedoelde. Maar daar kom ik niet voor. Dokter, snij me open!'
“Eh?'
'Overigens, ik ben wel de enige. De enige met problemen, hier.'
“Gaat u weer beginnen over dat u de enige bent'”
'Kijk maar. Ik ben het echt!'
De wachtkamer was leeg.
Alleen juffrluw Illeen zat achter haar computer. Ze keek naar dokter Huisman, glimlachte en zwaaide. Huisman onderdrukte een neiging om terug te zwaaien. Hernam zichzelf.
“Goed, u bent de enige. Maar weer door met de show. Wat kan ik..'
'Dokter, snij me open.'
“Waarom zou ik dat doen? Ik weet niet eens wat uw probleem is. Afgezien van een duidelijke vrouwenhaat.”
'Vrouwenhaat? Tut tut, dokter. Ik had u echt hoger ingeschat. Even kijken, wat is mijn probleem?
Oh ja. Mijn hart. Ik voel dat het gebroken is. En ik heb natuurlijk geprobeerd om het te fiksen. Ik heb ook geprobeerd om het te spalken. Ik kom alleen niet door die ribbenkast heen. Oh, voor u erover begint, nee, ik sta geen ribben meer af. Daar is nou net alle ellende mee begonnen op deze planeet, in dit bestaan.'
“Jaja, heel bijbels. Leuk is anders. Ik zei al dat u in mijn kantoor geen...'
'En ik zei al dat Jawhe een mietje was. Echt, ik begrijp niet waar die afgoderij vandaan komt. Hij zou een klachtenbureau moeten runnen, die Jawhe. Hij zou moeten werken voor zijn brood. Voor zijn melk en honing. Voor mijn goede raad ook.' “Het GGZ is, als u hier kijkt op de computer, niet zo heel ver van hier vandaan. U moet de Gisser-straat nemen en dan links hier en rechts daar. Ik denk dat ze u daar toch beter kunnen helpen. Ik ben maar een eenvoudige huisarts, meneer.”
'Rustig maar, dokter. Ik hou al op over mijn kwelgeest. Een ander probleem is hier aan het handje, dokter. Uw juffrouw Illeen is het probleem.'
“U had het over een gebroken hart, ja. Maar juffrouw Illeen...” 'Ja, die mooie juffrouw van u heeft het gebroken.' “Wat nou... Wat. “
'Mijn hart, mijn inborst, het is gebroken. Wederom gebroken. Die juffrouw, die assistente van u, die heeft het... U zou die juffrouw eigenlijk moeten aborteren. Vervroegd met uittreding moeten sturen. Want zij, vrouwen, zij is het toonbeeld van wat er mis is met deze wereld. Die vrouw, die... '
“Ja ja ja! U moet nu echt even ophouden over mijn assistente. En zeker waar ze bij staat. Sorry, Illeen. Ik weet niet wat u dwarszit, maar ik laat niemand en zeker mijn assistente niet het slachtoffer worden van uw.. Wat kan ik nu eigenlijk voor u doen? Ik lijm geen gebroken hart. Een gebroken hart is iets wat zichzelf fikst. Een gebroken hart is... Maar ik denk sowieso dat ik u naar een andere dokter ga verwijzen. Dit kan ik niet en bovendien niet tolereren. Ik schrijf u voor dat u naar een ander gaat.”
'Dit is een speciaal geval.'
“Van wat?”
'Van een multi-fractuur. Ziet u niet dat ik nauwelijk nog kan lopen?'
“Ja, sorry hoor. Maar dit is belachelijk. Een gebroken hart is niet letterlijk een breuk.”
'Natuurlijk wel. Au! Voorzichtig, die ene rib zit een beetje. Ja, zo is het beter. Aah, dat voelt eigenlijk best wel.... U bent goed, zèg!' “Dank u. maar ik doe niks, hoor.”
'Bent u vrouwen ook niet zo moe?'
“Pardon? Nee, helemaal niet. En bovendien is de ene vrouw de ander niet en...”
'Ja, ik hoor en zie het al.. Die Illeen! Maar even niet over dat meidje. Mijn probleem, mijn breuken, mijn steeds weer gebroken hart en zelf-vertrouwen. Daar kunt u toch wel iets voor betekenen?'
“Het moet gewoon slijten, uw verdriet, meneer. Ik kan daar niets voor...”
'Maar hoe voorkom ik dat het de volgende keer als ik met open ogen over straat loop, dat ik opnieuw...?'
“Wat wilt u dat ik zeg? Ik kan u niet helpen. Ik voel me hier sterk ondergekwalificeerd. Kijk, als u nu een griepje had of een …. Een gebroken hart is een metafoor, meneer. Een niet-letterlijk zinnebeeld voor... Een uitdrukking. Figuurlijk bedoeld! Het is geen echte pijn. Nee, daar moet ik even hard zijn, meneer. Het is geen echte pijn. Het is een geestelijk spook. Ja, dat is een dinges, ja. Maar ik bedoel dat... Nou ja, laat maar. Het is fantoompijn, een gebroken hart. Een gevoel dat u iets goed moet maken. Iets moet compenseren voor de leegte, de lacune, de vacature die plotseling in uw gevoel voor iemand is ontstaan. De ruimte die u in uw hart maakte voor die persoon, dat die ander daar geen gebruik van wil maken. Op een manier die niet te beredeneren is. Een vraag die niet beantwoord wordt. Niet beantwoord kàn worden.” 'Ja, maar wat moet ik dan doen?'
“De volgende keer dat u een leuke vrouw tegenkomt aan iets anders denken. Aan bijvoorbeeld de maaltijd van die avond. Of aan uw favoriete maaltijd. Aan groenten of fruit die u heel graag op dat moment in uw mond zou willen hebben. “ 'Probeer het.... ik probeer.... mmmmm.... ik pro – beer... Nee, lukt niet. Hoewel...'
“Blijf het proberen, meneer. Of neem... Drinkt u koffie? Ja? Neem die eerste slok van de eerste koffie van de dag. Proeft u het? Ja, probeer dat eens uit; koffie! Iets dat je nooit afwijst, waar je nooit een kater van hebt... Ja, wel met mate drinken, maar...
Als u dat eens probeert voor de komende week – en koppel die koffiesmaak aan een lekker gevoel, voor mijn part aan uw eigen moeder – u hield, houdt toch van uw moeder? – en ik garandeer u dat u zich snel beter zult gaan voelen en niet meer zo snel verliefd zult worden. En u wapent tegen de invloed van afwijzende blikken op uw zelfbeeld. Waardoor u ook wat minder vaak zult twijfelen aan u zelf en niet voortdurend zult blijven zoeken naar die glimlach, die zweem van mogelijke interesse bij ongeveer iedere vrouw in uw buurt. Nee, ik maak u niet ongevoeliger. Ik maak u bewsut van positievere energie. En hoe u die kunt sturen. Hoe u kunt zorgen dat uw gevoel weer gezond wordt. En daarmee, uw gebroken hart. Pas dan bent u klaar voor iemand als Illeen. Dat laatste garandeer ik u Zonder enig voorbehoud, overigens.'
'Dank u, dokter. Tot ziens, dokter.'
“Dat is toch niet...?”
(Tot zo, inderdaad...)
'Dokter, ik heb slechte genen.'
“Slecht dus... Hoe weet u dat? En hoe komt u daarbij? En wat verwacht u dat ik daar aan kan doen?”
'Ho. Dat zijn drie vragen tegelijk. Welke wilt u beantwoord zien? Allemaal? In welke volgorde? “Eh... Doe eerst maar hoe u daar bij komt. Dat u slechte genen heeft. Daarna hoe u dat weet en tot slot hoe ik u kan helpen.'
“Ik sprak daarbuiten net, op het bankje aan de overkant, net daarbuiten dus, opnieuw verwoestend aangekeken door een prachtige vrouw, met allerlei eisen en oordelen in de groen-bruine, bliksemende ogen, die vroegen wat ik van haar aan had... Nou ja, die man op het bankje, hij stelde zich voor als Gerrie. Biologie-leraar en in zijn vrije tijd doende aan genen-technologie. Ik vroeg hem, met mijn gebruikelijke, onuitsprekelijke wanhoop in ogen en stem, wat het toch was dat ik juist die vrouw zo aantrekkelijk vond. In haar gevlij wilde komen. Haar wilde voorstellen in mijn leven in te trekken. Dat ik baby's met haar wilde. Dat ik me in haar armen wilde storten, geabsorbeerd werd door haar ogen en huidskleur en schattige krullen in haar halflange haar. Dat ik me al voornam in mijn omstrengeling te … Nou ja, u kent het wel.'
“En wat zei die man op het bankje? Ik ben benieuwd.”
'Hij zei dat het allemaal een kwestie van genen was. Dat ik op de een of andere manier aan haar huis zag dat zij goede genen had. De juiste om mijn nageslacht mee te produceren. Om mijn eigen genen op de juiste wijze te reproduceren. Simpel. En zo simpel was volgens hem het hele leven. Het draaide allemaal om je voortplanten met het juiste setje genen, in de gedaante van een man met een vrouw. Daarom – en dat zei hij niet, maar dat openbaarde zich tot mij – is het hele fenomeen homo/lesbisch/pedofiel/necro etcetera zo onnatuurlijk.'
“Onnatuurlijk?”
'Homo's doen het met andere mannen. Lesbo's hetzelfde laken een pak. Heel simpel dus niet handig om nageslacht te produceren zonder een ingreep in Moeder Natuur. Geen oordeel, maar gewoon een nuchtere constatering. Terwijl die vrouw en ik...' “Dus? “
'Ja, zo stom. De mens, het levend wezen is gemaakt om maar één ding te doen: reproductie van zichzelf. Wat fronst u?'
“Ja, ik zie uw probleem: hoe kun je je eigen leven op een dergelijke, kille, technische wijze zien? Hoe kan dat nou leuk, gepassioneerd, kleurig, gelaagd, interessant, gevoelvol zijn. Als je jezelf moet zien in zo'n schema.”
'Klopt. Ik .. Nee, het klopt wel wat u zegt, maar dat was niet wat me bezighield op dat moment.'
“Welk moment?”
'Dat moment. Waarop die prachtige, sexy vrouw me afwees. Afwees zonder een woord. Nee, me afwees. Ze keek me regelrecht de afgrond in. En inderdaad, als zo'n vrouw mij al niet wil zien in menselijke vorm, of daaronder als een mogelijke reproductie-partner, wat zegt dat dan over mij? Wat is dat dan in Jezusnaam? Wat voor zin, lol, sjeu heeft het, mijn leven dan nog?
En waarom wees ze me af? Omdat ik slechte genen heb. Punt. Daarom ben ik hier.'
“U bent hier op aarde, omdat u slechte genen heeft?”
'Nee. Ja, nee. Ik ben hier bij u omdat u mijn slechte genen uit me moet halen en er goede voor in de plaats moet terugzetten. En snel een beetje. Ze kan nog niet ver weg zijn.'
“Of?”
'Hoe bedoelt u? Ik zal u niets aandoen, hoor. Zo ben ik niet. Oh, wacht, u bedoelt.... U gaat weer de filosofische toer op.
Tja, als dat dan zo is, dan ga ik mij ernstig afvragen wat mijn functie dan is, zou zijn in deze wereldse broedmachine. Heeft het leven dan nog zin voor mij?
Oh dokter, als dat zo is, kunt u dan maken dat ik niet besta en me ook niet herinner ooit bestaan te hebben? Of in elk geval dat dat wijf me net afgewezen heeft om mijn slechte genen. Om mijn ongelukkig gesternte. Om mijn zinloos bestaan tussen en in het zinnelijke. Oh, alstublieft dokter. Zwaai u machtig instrument en maak me af!'
“Kom nou toch.” 'Nee, ik ben het niet waard om nog langer rond te lopen lerueren met mijn slechte genen. Met mijn slechtheid. Mijn ongeschiktheid voor het leven. Alstublieft, dokter! Er is een ernstige fout begaan toen mij het licht werd getoond bij mijn geboorte.'
“Pardon?”
'Ja, dat snapt u toch wel? Ik dwaal rond in duisternis en iedere vrouw ziet vanuit het licht dat ik hier niet hoor. Dus als er licht en donker is, en ik ben louter gemaakt voor de duisternis en het lijden, laat mij dan niet steeds dat licht weer zien. Dat lichte leven, waar ik nooit van zal mogen proeven.
Oh, doe het! Doe mij verdwijnen! Snij me open en gooi mij weg. Doe het! Doe mij nooit hebben bestaan. Of in elk geval die rotte genen van mij!
Dokter? Wat knikt u?'
“Ja.”
'Ja?'
“Ja, maar dat kost wel ongelooflijk veel tijd en energie. Ik zal er mijn patiënten een hele tijd voor moeten doorsturen naar een andere praktijk.”
'Als u dat zou willen doen voor mij., graag. (welke patiënten? ) Wat kost het?'
“Ongelooflijk veel geld. Heeft u dat? “ 'Ja, ik denk het wel. Hoezo?'
“Mondje open, tong uitsteken. U voelt nu een lichte steek door het hart, een speer in uw zij en een snede in uw hiel. En.... Ja! Wacht hier. Ik leg het even op brandewijn en ijs. (ja eeuwig flamberen en zo...) Zo, klaar! Ik bel even naar... Juffrouw Illeen, heeft u het nummer van … Ik heb een ziel te koop van meneer.... hoe was uw naam ook weer? Ja. Zeg er maar bij, juffrouw Illeen, dat dit exemplaar puur, naiëf, onschuldig, onsterfelijk en door niemand opgeeist zal worden. Is, tot nu toe. Dus snel handelen... Hahaha. U hoeft niet zo benauwd te kijken, meneer. Het was maar een grapje!
Maar komt u volgende maand terug. Ik ga snel aan de slag voor u. Maandag over vijf weken is het allemaal klaar voor u. ja, hier, door de deur. Ik zou zeggen, hier om de hoek verkopen ze heerlijke friet met oorlog. Ik zou er even heen gaan, als ik u was. En daarna naar huis, natuurlijk. Vijf weken., ja. Het duurt wel even voor ik klaar ben. Tot dan.
Dag.”
Dingdong.
'Goedemorgen, dokter. Wat ziet u er moe uit. Hoe komt dat? Teveel patienten? Dat kan toch niet? Ik ben toch uw...? Heeft u wel geslapen. Ik dacht: die is moe van mij en gaat wel even dutten of zelfs op vakantie. Oh, het ongelofelijk vele geld. Hier heeft u het. Bent u nog ergens heen geweest afgelopen weekend?'
“Kon ik dat maar! Ga ik wel doen, hoor. Als ik u geholpen heb. God, wat zal ik dan gelukkig zijn!”
'Als ik u daarmee gelukkig kan maken, graag natuurlijk.'
“Heel goed. Deze deur door. Komt u maar. Ik heb een prachtige oplossing gevonden voor uw wens om nooit het licht gezien te mogen hebben. Wat u wilde. Als ik het goed heb samengevat.”
'Uitstekend, mijn beste. Deze deur door? Wat?
Mama!'
“Juffrouw Illeen! Komt u even met mij mee. Ja, zachtjes dicht die deur.
Illeen, jij weet natuurlijk, net als ik, dat dat apparaat niet zijn moeder is. Maar op de een of andere manier lijkt het sprekend. En het is groot genoeg voor hem. Heb ik gelukkig goed geschat. Maar het is wel zaak, van het allergrootste belang dat u niet laat merken dat u weet dat dit, zijn 'Mama', zijn mama niet werkelijk is. Dat deze ijzeren tobbe, deze gigantisch couveuse, dient om zo meteen, als meneer er in geklommen is.... Ja. Klaar? Goed ,meneer, gaat u maar liggen. Pas op met de benen. Voetjes van de vloer. Pas op uw arm. Ja. Ligt u lekker? Dan sluit ik nu uw verhaal af, oké?
Ja? Mooi. Illeen, we kunnen weer door, waar wij... voordat baby hier... Ja, weet je wel. Wacht, ja ,ik trek de stekker er nog even uit bij meneer Waar voor zijn geld, toch? .. Ja.. Illeen, kom je?”
Meer absurdisme: http://www.barbarus.org/blog/tag/Absurdisme