Sterren en hemels
Sterren en hemels
'Ik ga hier een kruidnagel in knallen' zegt mijn Vlaamse tv-kok en ik schiet in de lach. Opeens denk ik weer aan je. Hoe we deze week aan de Maas zaten, jij en ik. Ik zat met mijn rug tegen het beton van de brug en jij zat tussen mijn benen met je rug tegen me aan. Ik had mijn armen om je heen geslagen en jouw hoofd lag tegen mijn borst. We zaten daar in de volle zon, waarvan het weldadig schijnen nog eens vrolijk werd weerkaatst in de voorbij stromende rivier, maar wat weg te doezelen en naar de meeuwen en duiven te kijken. Er zaten twee koppels eenden op de rand van het beton, twee aan twee, zo'n twee meter uit elkaar. Alle vier sliepen ze, in het zonlicht, met hun kop onder hun vleugels gestoken. Er omheen landden zo af en toe eens wat meeuwen en dan weer een duif. Het eerste koppel trok zich hier niets van aan en sliep stoïcijns verder. Misschien, zo zeiden we tegen elkaar, waren die wel dood. Het tweede koppel daarentegen ergerde zich met enige regelmaat en volkomen synchroon aan het kabaal om hen heen. Ze staken dan even hun kopjes onder hun vleugels uit, kwaakten wat tegen elkaar alsof ze zeggen wilden 'waar gaat het toch heen met de buurt', schudde eens verontwaardigd hun gevederde hoofden en staken die dan weer onder hun vleugels om weer verder te slapen. Voor even, dan toch.
Het zonlicht en de rivier kabbelen loompjes samen verder. De grote brug waar we tegen aan zitten schermt het grootste deel van de wind af en de temperatuur hier op ons plekje is aangenaam. Ik sluit mijn ogen en leg mijn armen om je heen. Je hoofd ligt achterover tegen me aan en je opwaaiende haren kriebelen langs m'n gezicht. Het is hier geweldig. Je hoort het water klotsen tegen de dikke pijlers van de brug en het verkeer dat er overheen bonkt, een paar meter boven onze hoofden. Zo af en toe stoomt er een rijnaak voorbij, eerst hoog en leeg op het water, dan weer zwaarbeladen en diep door de rivier ploegend. Een paar honderd meter verder ligt nog een brug over de rivier, alleen voor fietsers en voetgangers, en daar overheen loopt een vrijwel constante stroom van mensen heen en weer van het ene stadsdeel naar het andere. Het lijkt wel alsof iedereen wil profiteren van deze prachtige dag. De oude handelshuizen langs het water zijn omgebouwd tot café's en restaurants en de terrassen zitten vol. Boven ons over de kade loopt zo nu en dan eens iemand met een hond langs, en ook wel eens iemand zonder. Je legt je kleine handen op de mijne en trekt me nog wat dichter tegen je aan, op deze dromerige middag. Hier en nu is alles goed, in deze warme zon. Later die dag zouden er nog sterren en hemels zijn.
Zie ook: