top of page
Featured Review

Oeverloos

Bettine Uhe

- Wat is verlangen volgens jou?

- Oeverloos, zegt Sanne tegen Herman, net als mijn gezwets soms oeverloos is.

- Zonder oever geen ruimte en geen tijd. We moeten wel piketpaaltjes slaan, om het overzicht te houden, zegt Herman.

- Ik wil zoveel mogelijk open laten. Jij wilt dichttimmeren…

- Niet dichttimmeren, maar afbakenen, dat is een groot verschil…

- Ik wil vrijheid, die grenzeloos is…

- Soms lijk je op een romantische puber, die niet groot wil worden!

- Soms ben ik bang, dat sterven te moeilijk zal zijn.

Sanne en Herman hebben zich comfortabel ingericht in de nadagen van een leven dat je geslaagd zou kunnen noemen. Ze hadden ambities en kenden ook nederlagen. Misschien zelfs verraad, al klinkt dat bombastisch. Het kan ook gewoon , klein of groot, onontkoombaar bij het leven horen.

Ze hebben uitzicht blik op de kathedraal. Ze willen met dit uitzicht samen oud worden.

Soms verdwijnt de gotiek in de mist, dan weer landen zwermen van kwetterende vogels rond de toren in de avondzon. Het glas in lood licht geheimzinnig op in de nacht. Het zijn beelden van vergankelijkheid, die steeds vertrouwder worden, nu hun toekomst geen vluchtheuvel meer is.

Hun stad is getooid in de kleren van de keizer voor een spraakmakende expositie.

Geen expositie zoals van de schilderijen van Mark Rothko .

‘Op ooghoogte tentoongesteld werd je daar grote kleurvlakken ingezogen en vloeiden er tranen ten aanzien van een geheimzinnige leegte. De tranen vloeiden in schril contrast met een niet aflatende stroom van woorden,’vertelt Sanne bij thuiskomst. Ze trekt er in tegenstelling tot Herman nog vaak op uit, inhalig en nieuwsgierig naar waar ze vroeger geen tijd voor had.

Met de laatmiddeleeuwse schilderijen van Jheronymus Bosch toont zijn geboortestad nu natuurlijk iets geheel anders dan eigentijdse leegte. De thuiskomst van dit werk - het resultaat van een spel met groot kapitaal in de hedendaagse tuin der lusten – kreeg ook voor Sanne en Herman onverwacht meer betekenis gekregen, dan ze hadden kunnen denken.

In het museum werd de grensoverschrijding van de schilder prachtig uitgelicht.

De expositie vertelde in adembenemende perfectie wat niet in woorden verteld kan worden. Over een werkelijkheid achter de werkelijkheid. Over een droomwereld, waar het krioelt van bizarre creaturen. Er was veel aandacht in de media en tromgeroffel in de stad. Zelfs de koning kwam kijken. Wist hij, dat de Spaanse keizer Philip II nogal wat werk van zijn tijdgenoot, de schilder Jheronimus Bosch uit de Lage Landen, had gekocht? Ongetwijfeld. Wist hij ook, dat zijn oorlogszuchtig regentschap aan het begin van de nieuwe tijd in zesenvijftig jaren slechts drie maanden van vrede had gekend en dat - afgesloten van de buitenwereld- de keizer steeds meer thuis had geleefd in het geschilderd universum tussen waanzin en werkelijkheid aan de muren van zijn paleis? Dat hij aan het einde van zijn leven wegzakte in vertwijfeling. Omdat zijn eenzaamheid een gapende leegte werd achter alle territoriale veroveringen? De kleren van de keizer waren tot op de draad versleten. Ze leken op den duur in de verste verte niet meer op het geschilderd brokaat aan zijn muren. Nu zijn er allang weer nieuwe kleren van de keizer.

In het 500e sterfjaar van de schilder raken de bezoekers niet uitgepraat over de spiegel waarin ze menen te kijken. Ook hier schuilt een verlangen. Dat de werkelijkheid meer is dan ze lijkt te zijn, dat er meer is tussen hemel en aarde. Dat we kunnen dromen van wat we zijn kwijtgeraakt. Bezoekers hebben de diepgelovige schilder met zijn ketterse verbeeldingskracht zelfs als een zielsverwant ervaren. Hij slaat een brug tussen verleden en heden, maar ook tussen waanzin en werkelijkheid. Hij effent het pad voor droomfiguren, die het holst van de nacht in ons hoofd voor even asiel te zoeken. Vluchtelingen, betweters, onruststokers.

Een van de grensgangers maakte in het holst van de nacht zijn opwachting bij Sanne en het was gedaan met haar rust. En ook Herman kreeg verrassend bezoek. Wat vertellen de dromen?

Een wonderlijke klim. Meer dan 500 treden omhoog naar een rondgang op bouwsteigers van noord- naar zuidzijde van de kathedraal. Herman had er tegen opgezien maar Sanne, iets jonger, komt zo blij als een kind thuis uit de middeleeuwse wereld van stenen muzikanten, beesten, monsters en duivels. Ze waren bijna om aan te raken, deze ruiters op luchtbogen met ieder een eigen gezicht, vertelt ze. Het door platanen omzoomde kerkplein had haar vanaf dit versteende universum zo dicht bij de wolken heel ver weg geleken .

Ze raakte met vrienden en vriendinnen - weer met de voeten op de grond - niet uitgepraat over kunst en leven en daarover, dat de kunst geen grondstof van de werkelijkheid is.

‘We waren bij al het geklets overigens al weer snel vergeten, dat we van bovenaf bekeken heel nietig lijken.’

‘Kan ik me voorstellen’ zegt Herman die zijn schouders ophaalt over sociaal gebabbel vooral wanneer het zoals zo vaak esoterisch geneuzel over kunst betreft.

Toch kantelen ook zijn gedachten: Laten we net doen, alsof god of de natuur het goed met ons voor hebben. In zomerse nachten zit hij graag alleen buiten en kijkt naar de sterren .

‘Mijn oeverloze momenten’, zegt hij. ‘Alsof de tijd rond middernacht uitdijt tot een punt.’ en. ‘Een ongepaste grap van de natuur, dat de tijd vliegt, als botten beginnen te kraken. ’

Ze gaan verschillend om met de tijd die hen blijft. Een kwestie van leeftijd en ook van temperament.

Sanne wil nog meedoen in de wereld, Herman trekt zich in zijn binnenwereld terug. Hij is een toeschouwer.

‘De atmosfeer vibreert gewoon, je hoort alle talen om je heen, zelfs potten en pannen, boeken en worsten bij de slager verschijnen in een ander licht in de etalages die beplakt zijn met de droomfiguren van Jheronymus. De stad heeft hem helemaal ingelijfd .Het weer is goed, de terrassen zitten vol, waar het tumult van de tijd genoeglijk op afstand wordt gehouden. Er was overigens nog net een kaartje te krijgen voor morgen, dan ga ik kijken in het museum.’

Een interview met Bettine Uhe staat hier

Tag Cloud
bottom of page