Kunst die je achteruit doet deinzen
Linda Visser
Kunst die je achteruit doet deinzen, je met stomheid slaat, het al, de leegte behelst, is dat niet het hoogst haalbare? Die kunst raakt je, voert je mee naar iets ondefinieerbaar hogers, neemt je mee naar iets groters dan jijzelf. Het is een werk dat de tand des tijds doorstaat, een icoon, een werk van een hogere orde. Dit hoeft zich niet te uiten in complexiteit, zal juist eerder uitblinken in eenvoud door een weergave van de allesomvattende leegte. Is dit de stilte van het licht waar Joost Zwagerman naar refereerde? De schreeuwende stilte die dwingend onze aandacht vraagt. Kunst om letterlijk stil bij te staan, waarbij ons hart een slagje overslaat, ons laat slikken door wat het is. Dit klinkt heel verheven en groots, en dat is het ook.
Veel mensen hebben dit soort gelukservaringen bij een werk, maar je kunt het niet afdwingen. Als Zwagerman het bij Rothko had, wil dat niet zeggen dat jij dat ook zult hebben. Misschien wel bij een andere schilder of bij een beeld of muziekstuk. Het gevoel lijkt universeel, de ervaring is persoonlijk. Je kunt het zoeken, maar zal het niet altijd vinden, het overkomt je, als een duveltje uit een doosje. Het hoeven ook geen grote namen te zijn waarbij het gebeurt. Zo’n ervaring kan ook tijdens het maakproces optreden, als het nieuwe object de weg naar zijn bestaan vindt. Ook makerstranen zijn van alle tijden.
Juist deze ervaringen maken kunst meer dan een linkse hobby. Het is een bijna niet in woorden te vatten fenomeen, moeilijk uit te leggen aan degenen die krampachtig vasthouden aan dingen ‘zoals ze nu eenmaal zijn’. Dingen veranderen, ze ontstaan, en kunnen ons ons laten verwonderen. Dat is de kunst.