Gedicht op een zondagmiddag
Hannie Rouweler
Gedicht op een zondagmiddag
I
Soms raak je sporen kwijt van iemand. Ze zijn dan geheel
verdwenen en komen niet terug. Maar er zijn sporen die elkaar
op onverwachte momenten opnieuw kruisen, ze krijgen meteen vanzelf
een andere betekenis. Dat is heel goed, heel fijn, vaak beter dan
andere mensen leren kennen. Of het doen met oude vriendschappen
die al lang aan een onderhoudsbeurt toe zijn, je stelt dat soms uit.
Je wilt dit niet laten gaan omdat al zoveel verdween en onbewust
verzeil je in een status quo. Maar ook dat ruimt zichzelf op.
II
Ik kwam haar weer tegen, na lange tijd, we deelden slechts een vriendschap
die echt bijzonder was. Voor haar, voor mij. Een dichteres die in de straten
van Amsterdam haar gedichten las, ze was vrij, vrijgevochten en
op haar manier betoverend. Totdat het lot haar en haar woorden brak.
Vervolgens deed de tijd overal grote scheppen zand bovenop.
Ik geloof niet in het toeval, ik zeg het weleens dat iets toevallig is
omdat het zo lijkt. Bij nader onderzoek, met of zonder stethoscoop,
horoscoop, vergrote lenzen, ligt een reden onder die glasplaat.
III
Wat ik met haar deel is zeker het moederschap. De lange paden die
terugvoeren naar een kindertijd, de vervlochten banden met die ene ouder
die bijna alles bepaalt totdat het losgelaten wordt. De breuk die
onherstelbaar is. Niemand doet graag afstand van zijn ouders maar soms
is het het beste dat je kan overkomen. Komt er een andere, nieuwe band
dan is dat ideaal, blijft die achterwege dan is het duidelijk bezegeld.
We worden dichter, gewild of niet, als woorden sterker zijn dan wat ons
onderuit haalde, ontkende, vormde, want elk gedicht is een soort bevrijding.
Hannie Rouweler
Poem on a Sunday afternoon
I
Sometimes you lose traces of someone. They’re then completely
disappeared and don’t come back. But there are also traces
recrossing at unexpected moments, get instantly, straight away,
another meaning. That is very good, very nice, often better than
get to know other, new people. Or sticking to old friendships
that have long been due for maintenance, you postponed. You don't want
to let go because so much has already disappeared, and unconsciously
or not, you end up in a status quo. That too cleans itself up, sooner or later.
II
I met her again, after a long time, we only shared one common friendship,
however, very special. For her, and for me. A female poet performing poetry
in the streets of Amsterdam, she was free, free-spirited, and very much
enchanting in her ways. Until fate broke her up and her words.
Accordingly, time put large shovels of sand on top of that.
I don't believe in coincidences; I sometimes say that something is coincidental
because it seems so. Upon further investigation, with or without a stethoscope,
horoscope, big magnified lenses, a reason lies under a glass plate.
III
What I share with her is certainly motherhood. The long paths leading
back to a childhood, the intertwined ties with that one parent
who determines almost everything until all is released. The break up
irreversible. Nobody likes to give up his parents, both or one, but sometimes
it is the best thing that can happen to you. If there is another new connection,
instead, then that is ideal, if not, then it is clearly sealed.
We become poets, willingly or not, if words are stronger than what
destroyed us, denied, shaped, because every poem is a form of liberation.
Hannie Rouweler