Gedichten van Bert Bevers
Woensdagmorgen
Hoeders van tradities die lang beloofden
wat zij geloofden weten het reeds rustig:
samen niet denken leidt slechts tot kalm
gemompel. Berouw zet dwaalsporen uit.
Hoe kort zich as aan voorhoofd hecht.
Neergehaald décor
Zeer vroeg de luisteraars naar sagen gehoord.
Uiterst kalm prevelden ze tot kaarsen: “Het
doet er niet toe voor wie je brandt, waarvoor,
maar brand. Brand!” Hadden zij geweten van
de put vol vergetenen: “Werp een homp brood.”
Kassia’s tropen
Je maakt van latere rituelen al deel uit van zodra jouw
hymnen worden genoteerd. Zwier argwaan rap terzijde
en zing ze vanuit goedmoedige beklemming trots vrijuit
o vermoedster van eeuwen, vanuit de nauwgezetheid
des hartes. Zeg maar niets. Ik zal het wel vertalen.
Klein scenario
Avond. Man onder lamp aan tafel. Draai
van kikvors- naar vogelperspectief en stel
de lens scherp op zijn papier: De dichter
peinsde schamper: ik schrijf maar lees
mezelf amper. Het cahier mag rustig toe.
Geen vreemde meer
Als bij toverslag geen vreemde meer
in deze andere wereld. Lege valleien
roept hij als getuigen op, aarzelend
in zijn zelfgemaakte trots. Makkelijk
praten is het in een huis vol doven.
© Bert Bevers, 2019